Bevochtig het zaaisel voorzichtig met een plantenspuit, om de kleine, fijne zaden niet te verstoren. Bij een kiemtemperatuur van 18 tot 20 °C duurt het 15 tot 20 dagen voordat de zaden ontkiemen. Zorg voor een gelijkmatige kiemtemperatuur en laat de temperatuur vooral 's nachts niet dalen.
Plant ze uit in potten of op een nieuw bed in de volle grond. Laat 30 cm tussen elke plant en 60 cm tussen de rijen. Enkeldragende aardbeien moeten vóór 15 augustus in de grond, doordragende kan je tot eind september planten. Zorg steeds voor voldoende meststof en gebruik bij voorkeur specifieke meststof voor fruit.
Na ongeveer 6 weken zijn de eerste aardbeien rood. Een aardbeiplant heeft gemiddeld drie trossen aardbeien die na elkaar bloeien. De eerste aardbeien van een tros zijn groot en verder in het seizoen worden ze steeds kleiner. Het plukken kan beginnen.
Bietenzaad ontkiemt zodra de grondtemperatuur regelmatig 10 graden of hoger is. Dat houdt in dat je de zaden tussen maart en juli in de volle zon en in een goed waterdoorlatende grond kunt zaaien. Maak eventueel gebruik van stolpen of doorzichtig plastic om de bodem sneller op te warmen.
Voor een herfstgewas, zaai bietenzaden direct 10 tot 12 weken voor de eerste vorst . U kunt doorgaan met wekelijkse opeenvolgende aanplantingen tot vier weken voor de vorstdatum. De zaden zullen in ongeveer vijf dagen ontkiemen. In het voorjaar zaait u drie weken voor de laatste vorst, of zodra de grond bewerkt kan worden.
Het is dus een goed idee om ze te weken voordat je ze zaait. Dit kan 15 minuten van tevoren of zelfs een nachtje . Je weet dat ze klaar zijn als de zaden daadwerkelijk naar de bodem zinken. Een andere goede kleine tip is omdat bieten net als borium een oplosbare voedingsstof zijn, doe een beetje in de kom.
De Fragaria vesca, in Nederland zeer bekend als de Bosaardbei, is een prachtige vaste plant die tot ongeveer 15 cm hoog wordt. In de maand mei verschijnen er roze bloemen aan de plant die tot in juli doorbloemen. Het is een winterharde en wintergroene plant die verlangt op plaats in de schaduw of halfschaduw te staan.
Verlangt een plaats met volle schaduw tussen of bij bomen of struiken en een humusrijke bodem. Deze plant verdraagt warmte en een tijdelijk droge bodem. Ze kan dus ook aangeplant worden op standplaatsen met iets meer licht. Groeit bodembedekkend en laat zich moeilijk combineren met andere planten.
Bedek op de juiste manier
Veel zaden kun je 'gewoon' op de potgrond zaaien. Zeker bij lichtkiemers, zaden die licht nodig hebben om te ontkiemen, is dat belangrijk. Sommige grotere zaden kun je net onder de grond duwen. Voor andere zaden is een dunne laag fijn grind beter.
Hoe dieper het zaad wordt gelegd, hoe langer de groeiende zaailing wordt blootgesteld aan bodemziekten en -plagen tot deze aan de oppervlakte komt. De kans op infectie, rot en vraatschade neemt toe. De weg naar de oppervlakte kost ook veel energie, die niet later kan worden omgezet in groei van de plant.
Het planten van zaden op deze manier wordt direct zaaien genoemd en het is een eenvoudig proces dat geweldige resultaten oplevert. In tegenstelling tot het binnen zaaien, omvat direct zaaien onvoorspelbare elementen: weer, dieren in het wild en insecten. Toch ontkiemen veel groenten, eenjarigen, kruiden en vaste planten gemakkelijk uit zaden die direct in tuingrond worden gezaaid .
Als je houdt van sappige aardbeien, dan moet je je plant veel water geven. Vooral bij weinig regen moet je regelmatiger begieten. Toch mag de grond tussen de gietbeurten een beetje uitdrogen. Bij bijzonder heet zomerweer kunnen de bladeren van je aardbeienplant wat gaan hangen, ook al is de grond nog vochtig.
Was de aardbeien grondig, snij ze, en voeg een snuifje zout en drie stevige snuifjes suiker toe. Meng goed en laat even staan op kamertemperatuur. De suiker helpt om de aardbeien wat zoeter te maken, en zorgt voor een rode siroop, terwijl het zout alle smaak die wél in de aardbeien zit, naar boven brengt.
Aardbeien lusten wel wat voeding. Ze vinden compost en/of oude stalmest, ondergewerkt in het nieuwe aardbeienbed erg prettig; het verbetert de grond, structuur, geeft wat voeding, etc..
Maak je trouwens geen zorgen over het eten van de vruchtjes – zowel de aardbeitjes van de bosaardbei als van de schijnaardbei zijn eetbaar. Die van de schijnaardbei zijn alleen wat minder sappig. Niet giftig, dus.
Bosaardbei heeft voorkeur voor een niet te droge, kalkhoudende of leemachtige bodem (zand, leem en lichte klei) die enigszins voedselarm tot enigszins voedselrijk is en niet zuur.
De bosaardbei plant groei niet zo snel. Het duurt vrij lang tot ze 2 à 3 echte bladeren hebben, daarna kunt u ze pas uitpoten. De plantjes zijn in dit stadium nog erg kwetsbaar, dus moet u erg voorzichtig zijn wanneer u ze uit elkaar haalt.
Op dezelfde manier als de planten elkaar versterken, kunnen ze elkaar ook verzwakken. Aardbeienplanten trekken bijvoorbeeld witte koolvliegjes aan, een vlieg die erg schadelijk is voor koolsoorten. Zet je aardbeien dus nooit naast koolsoorten in de moestuin.
Toptip. Bietenzaden kunnen langzaam of onwillig zijn om te ontkiemen. Door ze een uur in warm water te weken voordat u ze zaait, krijgt u betere resultaten .
Leg ze in een bakje en doe er een laagje water bij (niet te koud maar kamertemperatuur). Laat ze een aantal uur liggen (3 tot 24 uur), giet ze daarna af en dep ze droog met bijvoorbeeld keukenpapier. Voor het weken kunt ook de plantenversterker Xseed gebruiken, hiermee ontkiemen de zaadjes sneller.
Om te zaaien in een tray, gebruik je kleine plug trays en stop je 3 of 4 zaden in elke plug . Om direct te zaaien, maak je een klein gat, twee keer zo diep als de grootte van het zaad en stop je er 3 zaden in. Laat 10 cm ruimte tussen elke groep zaden. Houd een oogje onder de zak en zodra de bieten 2 bladeren hebben, pel je de zak eraf.