Vervolgens geldt dat het vervoeren bij de juiste temperatuur wordt gedaan. In het geval van warme maaltijden is dit 60 graden, gekoelde producten moeten vervoerd worden bij 7°C of kouder.
Toch kunnen er nog enkele bacteriën in zitten. Dat is niet erg, als die zich maar niet kunnen vermeerderen. Dit wordt voorkomen door uw warme maaltijd op te dienen met een minimum temperatuur van 60ºC. Begin vervolgens zo snel mogelijk met eten.
Temperatuurbeheersing is belangrijk omdat schadelijke bacteriën en schimmels aanwezig kunnen zijn in grondstoffen en onverhitte ingrediënten. Vooral het proces van verhitten en afkoelen brengt risico's met zich mee. Wanneer dit niet op de juiste manier wordt uitgevoerd kunnen bacteriën groeien en zich vermenigvuldigen.
Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood. Voedingsstoffen als eiwitten en koolhydraten in de buurt. Vlees, kip, groente, fruit, salade en toetjes zijn uitstekende voedingsbronnen voor bacteriën.
Bewaar levensmiddelen die warm bewaard moeten worden, altijd boven de 60 °C. Dit geldt bijvoorbeeld voor (onderdelen van) kant-en-klare maaltijden.
Vervolgens geldt dat het vervoeren bij de juiste temperatuur wordt gedaan. In het geval van warme maaltijden is dit 60 graden, gekoelde producten moeten vervoerd worden bij 7°C of kouder.
Gebruik een oventemperatuur van 80 graden om je borden op te warmen. Je gerechten koelen daardoor minder snel af en dat smaakt een stuk lekkerder.
Het proces van terugkoelen wordt nog weleens onderschat. Dit gaat om alle producten die opgewarmd of verhit zijn en die daarna gekoeld bewaard worden. Al deze producten moeten binnen 5 uur zijn teruggebracht tot een temperatuur van 7°C.
Eten dat nog niet is afgekoeld zorgt ervoor dat de temperatuur in de koelkast stijgt. Hierdoor wordt de kans op te veel bacteriën vergroot en gaat de kwaliteit van de andere producten in je koelkast achteruit. Laat je warme eten dus een half uurtje afkoelen op het aanrecht en zet het dan alsnog koud.
Zonder voelbare luchtstroom mag het niet warmer zijn dan 25˚C. Voor zeer lichamelijk inspannend werk geldt een maximum van 25˚C. Mits er een voelbare luchtstroom is. Anders mag het niet warmer dan 23˚C zijn.
Verhitten tot 60°C of warmer (regenereren)
Gerechten die warm geserveerd worden nadat ze tijdens de bereiding verhit, teruggekoeld en gekoeld bewaard zijn geweest, moeten binnen 1 uur worden opgewarmd tot 60°C of warmer om te voorkomen dat schadelijke bacteriën kunnen groeien.
Bederfelijke producten zijn volgens de Warenwet producten die gekoeld bewaard moeten worden om groei van ziekteverwekkende micro-organismen of bederf tegen te gaan.
Zone 1 is het minst koud. Daar kan het zo'n 3°C tot 4°C warmer zijn dan de ingestelde temperatuur. Dit is de juiste plaats voor producten in pot, dranken, gebak, kaas, boter en eieren. Zone 2 is het koudste deel van de koelkast en de beste plek voor de bederfelijkste waren of producten die bacteriegevoelig zijn.
Vlees kun je het beste warmhouden door de oven op 60 – 70 graden te zetten. Wil je het gerecht langer dan 25 minuten warm houden in de oven? Dan kun je het gerecht het beste afdekken met aluminiumfolie of een deksel om te voorkomen dat het vlees uitdroogt.
Sinds 1995 zijn horecabedrijven, (sport)verenigingen, buurthuizen, zorginstellingen en alle andere organisaties die voedsel bereiden, behandelen, verwerken en/of verkopen wettelijk verplicht een voedselveiligheidsplan op te stellen die gebaseerd is op de HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points).
Volgens voorschrift worden warme gerechten op minimaal 60°C bij u geserveerd en koude gerechten op maximaal 7°C.
Een TCU heeft drie hoofdfuncties: verwarmen, koelen en het bewaken van de proces temperatuur.
De beste temperatuur in de koelkast is 4 tot 7 °C
Bij temperaturen boven de 7 °C krijgen ziekmakende organismen zoals bacteriën en schimmels meer kans waardoor gezondheidsrisico's en/of bederf ontstaan. Regel de temperatuur met de daarvoor bestemde knop.
Je kunt eten absoluut opwarmen in de oven, maar dat duurt wel langer dan in de magnetron. Bovendien wordt het eten, door de warme lucht, eerder droog. De magnetron is dus beter geschikt voor het opwarmen van maaltijden. Zet de temperatuur van de oven niet te hoog, bijvoorbeeld 110 of 120 graden Celsius.
Verhit restjes en kliekjes altijd door en door tot ze stomend heet zijn, daarmee dood je alle bacteriën. Warm kliekjes niet voor een tweede keer op.
Hoe verwarm je lasagne? Als je restjes lasagne van de vorige dag hebt, kun je deze weer opwarmen. Warm de lasagne bijvoorbeeld opnieuw op in de oven.