Het best herken je deze nepaardbeien aan de kleur van de bloemetjes. Deze is namelijk geel in plaats van geelwit. Ook de stand van de vruchtjes verraadt of je met echte aardbeien of nepperds te maken hebt. De vruchtjes van schijnaardbeien groeien namelijk naar boven, terwijl die van echte aardbeien hangen.
In de vruchttijd gemakkelijk te herkennen aan de kleine aardbeivruchtjes is Bosaardbei, Fragaria vesca. Dan kun je ook heel goed de driedelige bladeren leren kennen. De deelblaadjes hebben zaagtanden en het aantal tanden varieert van 15 tot 23. Ze zijn heel duidelijk veernervig.
De Fragaria vesca 'Alexandria', ook wel Bosaardbei genoemd, is een wilde aardbeisoort welke bloeit van mei tot juli met wit- gele bloemetjes. Na de bloei vormen zich de kleine eetbare aardbeien. Deze aardbeien kunnen geplukt kunnen worden zodra ze rood zijn.
De schijnaardbei (Potentilla indica) is zoals de naam al aangeeft geen echte aardbei, maar wel heel leuk in de tuin. Schijnaardbeien bloeien van mei tot oktober met gele bloempjes (in plaats van witte bij de bos- en tuinaardbeien). De vruchten zijn klein en knalrood. Niet eetbaar, wel decoratief.
De vruchten van de schijnaardbei zijn wel eetbaar, maar zijn scherp en droog van smaak en ook zitten er veel harde zaadjes in het vruchtvlees. Schijnaardbei moet je dus niet zien als een plant die eetbare vruchten oplevert, maar hij kan wel dienstdoen als een groente.
Toxiciteit is geen probleem bij soorten als Fragaria virginiana, Fragaria vesca en Fragaria chiloensis. Maar wees niet te voorzichtig; veelvoorkomende voedselallergieën kunnen nog steeds roet in het eten gooien. Hoewel wilde aardbeien niet de boze heks van de bessenwereld zijn, kunnen ze bij sommige kinderen allergische reacties of maagklachten veroorzaken .
Een hardnekkige, kruipende onkruidsoort die juist beter handmatig bestreden kan worden, is schijnaardbei. Dit onkruid heeft alle schijn van een bosaardbei, maar niks is minder waar! Het grote verschil tussen de schijnaardbei en de bosaardbei is dat de schijnaardbei bloeit met gele bloemen in plaats van witte bloemen.
Je kunt ze vinden in het 'wild': bosaardbeitjes. De smaak is zoet en heel intens. De bosaardbeitjes zijn net als gewone aardbeien zogenoemde 'schijnvruchten'.
De bosaardbei is een kruipende bodembedekker, met kleine witte bloemen met 5 rondachtige kroonblaadjes rond diepgele meeldraden. De gedeelde drievoudige bladeren zijn glanzend en hebben een gezaagde rand. Aan de onderkant zijn de bladeren zijdeachtig behaard.
Kleine bosaardbeien groeien in het wild in het bos en langs bosranden, maar ze zijn ook verkrijgbaar in het tuincentrum. Ze zijn kleiner dan tuinaardbeien en hebben een andere vorm. Zo hebben gecultiveerde soorten een hartvorm, terwijl wilde bosaardbeien eerder rond zijn.
Parafrase: De dichter zegt dat hoewel de aardbeien die in tuinen groeien groot, sappig en mooi zijn, wijze mensen weten dat de aardbeien die aan de wijnstokken in het bos groeien, zoeter zijn.
Oogsten. Doordragende aardbeien kunnen vanaf juni tot september of zelfs oktober geplukt worden. In de tussentijd vormt de plant steeds nieuwe bloemen en daarna aardbeien. De bloemen van de aardbei zijn ook eetbaar, maar dan krijg je natuurlijk geen aardbei meer.
Vindplaats. De bosaardbei komt voor op schaduwrijke, vochtige plaatsen, in bossen en langs oevers. Hij wordt ook veel gekweekt als bodembedekker. Hij kan groeien als onkruid dus in en kleine tuin is kweken in een aardbeipot misschien wel zo handig.
Hoe te identificeren. Wilde aardbei heeft glanzende, klavervormige bladeren met getande randen en harige onderkanten; witte bloemen met vijf bloemblaadjes en een gouden hart; en opvallende, hartvormige rode vruchten met kleine zaadjes aan de buitenkant .
De wilde aardbei produceert miniatuurversies van de geliefde en commercieel geproduceerde sappige rode 'vruchten'. Deze smakelijke lekkernijen worden niet alleen door mensen gegeten, maar ook door slakken, muizen en vele andere wezens .
Wilde aardbeibladeren kunnen zowel rauw als gekookt worden gegeten, zoals koken . Sommigen vinden de bladeren onaangenaam smaken als ze rauw worden gegeten, maar anderen gebruiken de verse bladeren in salades. Wilde aardbeibladeren worden het populairst geconsumeerd als thee van verse of gedroogde bladeren.
Niet alle aardbei-achtige planten hebben lekkere aardbeien. Zo zijn de aardbeien van de schijnaardbei en de wateraardbei niet lekker (zie mijn blog over de bosaardbei – Fragaria vesca).
Dit zijn de belangrijkste dingen waar je op moet letten: schijnaardbeien hebben gele bloemen , terwijl wilde aardbeien witte of lichtroze bloemen hebben. Schijnaardbeien groeien omhoog, terwijl wilde aardbeien omlaag groeien. Ze kunnen moeilijk te zien zijn tussen de bladeren.
De vruchtjes zijn heerlijk als tussendoortje! Of eigenlijk moeten we zeggen: schijnvruchtjes; de pitjes zitten namelijk aan de buitenkant. Schijnvrucht betekent echter niet dat je de bosaardbei niet kunt eten. Sterker nog, de aardbeitjes zijn fris en zoetzuur en rijk aan vitamine C.
Gezondheidsvoordelen:
De flavonoïde quercetine, die veel voorkomt in wilde aardbeien, heeft natuurlijke ontstekingsremmende eigenschappen en kan helpen het cholesterol te verlagen en het risico op bepaalde vormen van kanker te verkleinen .
Hoewel nep-aardbeien niet veel smaak hebben, gebruiken mensen ze af en toe voor eten of drinken, en sommigen zeggen zelfs dat ze een lichte watermeloensmaak hebben. Omdat ze volledig eetbaar zijn, kun je er een mild sapje of jam van maken, of ze zelfs gebruiken om jam van sterker smakende vruchten te rekken .
Was de aardbeien grondig, snij ze, en voeg een snuifje zout en drie stevige snuifjes suiker toe. Meng goed en laat even staan op kamertemperatuur. De suiker helpt om de aardbeien wat zoeter te maken, en zorgt voor een rode siroop, terwijl het zout alle smaak die wél in de aardbeien zit, naar boven brengt.
De bosaardbei (Fragaria vesca) is de wilde variant van de gekweekte aardbei, ook wel cultuuraardbei genoemd. Aardbeien behoren botanisch gezien tot de rozenfamilie (Rosaceae).
Uittrekken: Voordat het onkruid vruchtbaar wordt, moet u handschoenen dragen of gereedschap gebruiken om ze eruit te trekken. De dag voordat u het onkruid eruit trekt, de grond water geven en de grond losmaken met een schop en dan diep in de wortels graven met een onkruidvork om de wortels volledig te verwijderen.
Onkruiden die snel verspreiden, diep wortelen of meerjarig zijn worden vaak gezien als de 'ergste' onkruiden. Deze onkruiden zijn namelijk het moeilijkste te verwijderen. Voorbeelden hiervan zijn: zevenblad, ereprijs, hondsdraf en distels. Zevenblad woekert snel en vormt dichte matten die het gras verstikken.