In de meeste gevallen hebben planten één hoofdwortel en zijwortels. Met deze wortels zorgt de plant voor stevigheid. Op deze wortels zitten wortelharen en die zorgen voor de opname van water en voedingsstoffen.
De wortels zorgen ervoor dat de plant stevig in de bodem zit en water en voedingsstoffen uit de bodem kan opnemen. Water en voedingsstoffen worden opgenomen via de wortelharen, de kleinste vertakkingen van de wortels. Vanaf de wortels stroomt het water, samen met de voedingsstoffen, naar de plekken waar ze nodig zijn.
Turgor is verantwoordelijk voor de stevigheid van planten. Deze hebben namelijk in tegenstelling tot dieren een celwand om de cel, die als de cel water opneemt door tegendruk stevigheid verleent aan de plant. Het water dat nodig is voor turgor wordt door de wortels van de plant opgenomen.
Kruidachtige planten halen hun stevigheid uit de turgor opgebouwd in de cellen. Een kruidachtige plant of kruid is een plant die niet of in zeer geringe mate verhout is en geen (of nauwelijks) diktegroei kent; ze heeft geen stam of takken die jaarlijks dikker worden.
De stengels van kruidachtige planten zijn stevig zolang de wortels, voldoende water kunnen opnemen. De stengels bevatten veel hout. Deze stengels van onder andere bomen en struiken zijn heel stevig door de houtstof die de stengel bevat.
Kernhout: kernhout bestaat uit dode cellen waarin looi- en bewaarstoffen opgeslagen worden. Hierdoor is het ook duurzamer dan spinthout. Het neemt niet meer deel aan de levensprocessen, maar zorgt vooral voor de stevigheid. Bij de meeste bomen is deze zone vrij donker van kleur.
De nerven zorgen voor de stevigheid van het blad en voor het transport van water en voedingsstoffen. Al het materiaal dat tussen de nerven ligt, noemen we het bladmoes.
kruidachtige planten moeten water en vocht in zich nemen om rechtop te blijven staan, en houtachtige planten moeten wortels hebben om rechtop te blijven staan.
Door opname van water ontstaat er een worteldruk, die bij onvoldoende verdamping door de bladeren zo groot kan worden dat water bij de bladpunten naar buiten wordt geperst. Dit verschijnsel wordt guttatie genoemd. Ook zorgt de wortel voor de verankering van de plant in de grond.
De stam van een boom vormt ieder jaar een laagje hout erbij. Hierdoor wordt de stam dikker. Zo'n laagje hout noemen we een jaarring. Het oudste hout ligt in het midden van de stam.
Bij een houtachtige plant heb je te maken met sterke stengels/een stam. In deze stengels zit de stof hout, dit zorgt voor stevigheid. Houtachtige planten worden meestal groot.
Valt het op dat het altijd de onderste bladeren zijn die slap worden en uitvallen? Dan krijgt je plant te weinig daglicht. Geef je plant een mooi plekje in het licht en het zal al snel beter gaan. Vermijd wel de volle zon, dan kunnen de bladeren juist weer verbanden.
De stengel bevat houtvaten en zeefvaten. Houtvaten vervoeren water en mineralen van de wortel naar andere delen van de plant. De richting is altijd omhoog. De zeefvaten vervoeren suikers en bouwstoffen.
In de meeste gevallen hebben planten één hoofdwortel en zijwortels. Met deze wortels zorgt de plant voor stevigheid. Op deze wortels zitten wortelharen en die zorgen voor de opname van water en voedingsstoffen.
Met een plantensteun kun je ervoor zorgen dat je planten niet snel gaan hangen en vervallen raken. Plantensteunen zijn er in veel verschillende vormen. Op deze manier kun je ze trainen om op een natuurlijke manier omhoog te groeien. Geef je planten houvast en vorm met een plantensteun.
Daglelie . Vrijwel onverwoestbaar, daglelies (Hemerocallis) zullen overvloedig bloeien op bijna elke zonnige plek. Ze zijn droogtetolerant en insectenbestendig en bieden een breed scala aan kleuren en tweekleurige planten.
Een plant gebruikt zonlicht, koolstofdioxide uit de lucht, en water en mineralen uit de bodem om te groeien en in leven te blijven. Tijdens de groei vormt de plant verschillende gespecialiseerde cellen, weefsels en organen die ervoor zorgen dat de plant duurzaam in stand kan blijven en zich kan voortplanten.
Wortels zijn het belangrijke ondergrondse deel van alle vaatplanten. Dit deel van de plant is voornamelijk verantwoordelijk voor het verankeren ervan in de grond en het opnemen van de essentiële minerale elementen, voedingsstoffen en water uit de bodem.
De plant heeft twee manieren om water omhoog te krijgen richting de bladeren: de worteldruk en de zuigkracht van de bladeren. Planten moeten een manier verzinnen om water met kracht de cellen van de wortels in te zuigen.
Stengels zijn een van de drie organen van een plant. De primaire functie (belangrijkste taak) van een stengel is mechanische ondersteuning. Mechanische ondersteuning betekent dat de stengel van de plant de plant ondersteunt en rechtop houdt om hem te helpen groeien naar zonlicht. Stengels verbinden ook de andere organen van de plant.
De lichamen van kruidachtige planten zijn slank, dun en zacht. Deze planten ondersteunen hun lichamen door de werking van turgordruk die geassocieerd wordt met hun interne watervoorraden .
Planten met een kruidachtige (niet-houtachtige) stengel zijn afhankelijk van turgordruk om rechtop te blijven staan.
De taak van een cel
De verschillende soorten cellen hebben ieder een eigen taak in ons lichaam, bijvoorbeeld: Zenuwcellen: de zenuwcellen geleiden elektrische impulsen. Kraakbeencellen: deze cellen zorgen voor flexibiliteit en stevigheid in het kraakbeen. Botcellen: de botcellen zorgen voor stevigheid.
Worteldruk is het mechanisme van planten, waarbij water met mineralen door de houtvaten in het xyleem vanuit de wortels omhoog gebracht wordt naar de bladeren. De worteldruk bestaat echter in veel planten niet en is zeker niet voldoende om een waterkolom in de lucht te hijsen.