Wortels leg je in de grond. Dek de kuil af met stro en vervolgens een plastic doek of plaat, om vorst- en waterschade te voorkomen. Binnen inkuilen in een koele kelder is wat eenvoudiger. Hierbij plaats je de groenten in een kist met vochtig zand.
Dit kan door een greppel te graven, waarin bomen en struiken direct naast elkaar neergezet worden. Daarna wordt de greppel weer dichtgegooid en de wortels bedekt, met losse grond en niet te veel kluiten. Dit noemt men “inkuilen”. Het beste is om ze zo snel mogelijk op de definitieve plek te planten.
INKUILEN
Heel wat groenten kunnen ingekuild worden. Wortelgewassen (wortelen, rode biet, raap, knolselder), knolgewassen (aardappelen, koolrabi) en enkele kolen (rode kool, witte kool, savooikool) kunnen zeer goed ingekuild worden.
Worteltjes hebben niet veel voeding nodig, als je arme grond hebt kies dan een meststof waar wat extra kali in zit, want kali is goed voor de ontwikkeling van de wortel (doe dat dan ongeveer 2 weken voor het zaaien). Geef af en toe water als het niet regent.
Wortelen hebben niet veel voeding nodig. Wij geven (naast het al genoemde onderwerken van oude stalmest en compost) een week of 2 voor het zaaien een organische algemene moestuinvoeding met daarin vooral wat extra kali (de K in NPK), want wat extra kali zorgt voor de ontwikkeling en de smaak van het worteltje.
Wortels hebben niet veel bemesting nodig. Een teveel aan mest zorgt er vaak vooral voor dat het loof hard groeit maar de groei van de wortels zelf achterblijft. Enkele maanden voor het zaaien kun je de grond nog wel van wat mest voorzien. Verder groeien wortels het liefst op een luchtige en losse bodem.
Veel mest: kolen, courgette, prei, aardappels. Gemiddelde hoeveelheid mest: tomaten, pepers, paprika, snijbiet, spinazie, aardbeien, winterpostelein, knoflook. Weinig tot geen mest: wortel, radijs, ui, biet, raapsteel, rucola, pluksla.
Als je geen kelder of schuur hebt, is inkuilen een hele handige manier om bijvoorbeeld aardappel, pastinaak en wortel lang te kunnen bewaren. Het is een hele oude bewaarmethode die wordt gebruikt om groenten te bewaren en te beschermen tegen vorst tijdens lange winters.
Bij het inkuilen graaf je een kuil van ongeveer 25 cm. Vul de kuil met stro en schik de preistelen naast elkaar. Om ziekten en vorming van schimmels te voorkomen mogen de preistelen elkaar niet raken. Maak de kuil dicht met stro en aarde.
Inkuilen is een methode om het gemaaide gras 'vacuüm' te bewaren. Door de kuil stevig aan te rijden wordt de zuurstof tussen het gras weggedrukt. Een plastic zorgt daarna voor de zuurstofdichte afdekking. Droge kuilen (meer dan 45% drogestof) laten zich slecht aanrijden.
Bomen met kluit hebben sterke wortels waardoor de wortelmassa beter is dan bij potplanten. De wortels worden beschermd door de kluit waardoor deze minder snel beschadigen of uitdrogen. Deze bomen zijn vaak groter en worden van november tot maart geleverd.
Wortelen kun je lang bewaren in de grond. In de wintermaanden als het kouder wordt groeien ze niet meer door, maar kun je ze gemakkelijk in de grond laten zitten en enkel oogsten wat je gaat eten. Zo blijft de smaak van de wortels ook echt heel lekkerste.
Dit kan je doen door de planten met de wortels in een zandbed (of anders kale grond) te steken en de wortels zo te beschermen. Je zet de wortels dus onder de grond. Zo voorkom je dat de wortels uitdrogen. Dit noemen we opkuilen.
Graven: De meest directe manier om een boomstronk te verwijderen is door het uit te graven. Graaf een gat rond de stronk en probeer zo veel mogelijk van de wortels bloot te leggen. Gebruik vervolgens een bijl, een kettingzaag of een wortelfrees om de wortels door te snijden en verwijder de stronk uit de grond.
Wanneer de wortels dik genoeg zijn, kun je beginnen met oogsten. Laat ze dus niet te lang in de tuin staan, want dan stopt de groei, splijten ze en zul je last hebben van de wortelvlieg. Je oogst de wortelen door een spade of riek op circa 15 cm naast de wortelen in de grond te plaatsen en de aarde op te lichten.
Je hoeft niet alle aardappels tegelijk uit de grond te halen, je kunt prima naar behoefte oogsten. Je kunt de aardappels ook in de grond laten zitten, ondergronds blijven ze namelijk best goed.
Aardappels worden groen als ze een tijdje in het licht liggen. Ook groene aardappelen bevatten solanine. Indien een aardappel volledig groen is, eet je die dus beter niet op. Als je de plek gewoon kunt wegsnijden, kun je de rest van de aardappel wel gewoon opeten, net zoals bij aardappelen met uitlopers.
Koemest bij de aanleg van een gazon
Omdat koemest een organische meststof is, kun je eigenlijk niets fout doen. Bij kunstmest kun je te veel meststof geven, waardoor je juist schade toebrengt aan je planten of gazon. Bij organische meststoffen gebeurt dit niet, je kunt dus niets fout doen in de dosering van koemest!
Recent onderzoek van William Paterson University in New Jersey heeft de 41 gezondste voedingsmiddelen onder de loep genomen en wat blijkt? Waterkers staat bovenaan de ranglijst. Ja, je leest het goed – waterkers. Geen enkele andere groente kan zich meten met deze groene krachtpatser.
Waarom? Bekalken doe je om de zuurtegraad in je moestuin te verhogen. Een optimale zuurtegraad zorgt voor een lichtere bodem en een beter bodemleven. Dit bevordert in alle opzichten de groei van je groenten.
Wortels hebben weinig voeding nodig. Zorg, zeker tijdens het kiemen en de jonge groei, zeer regelmatig voor voldoende vocht. Als het heel erg droog is tijdens de groeiperiode, blijven de wortels namelijk erg klein. Het liefst groeien wortels op zand- of leemgrond (bodem met een losse structuur).
Het bekendste gezondheidsvoordeel van wortels is dat je ogen er baat bij hebben. Dit komt door het hoge gehalte aan beta-caroteen. Dit stofje kan in je lichaam omgezet worden in vitamine A, dat onder meer nodig is voor het goed functioneren van de ogen. Met name voor het aanpassen van je ogen in de duisternis.
Zo zijn oranje wortels een goede bron van vitamine A en bètacaroteen (een precursor van vitamine A), krachtige antioxidanten en vezels. Deze voedingsstoffen spelen een belangrijke rol bij het remmen van ontstekingen en in de ondersteuning van het immuunsysteem en de darmen.