Hoe werkt dat? Nou, dat is heel eenvoudig: dit is eigenlijk gewoon het bekijken van het ei door er licht doorheen te schijnen. Dit kan op verschillende manieren gedaan worden. Er zijn speciale apparaten voor, maar je kunt ook met de zaklamp tegen de stompe kant van het eitje schijnen.
Bevruchte eieren
Dit kun je doen met een schouwlamp. Ook kun je hiervoor een zaklamp gebruiken. Zet een leeg wc-rolletje op de zaklamp, ga in een donkere ruimte staan en houd je ei erboven. Op deze manier kun je zien of er een embryo in het ei zit.
Indien ze : plat op de bodem blijven liggen, zijn ze vers. op de bodem blijven liggen maar met de punt rechtop, zijn ze 2 à 3 weken oud, maar nog perfect te eten. blijven drijven zijn ze bedorven en kan je ze niet meer opeten.
Als het embryo leeft, zijn er slechts één of twee kleine, met bloedvaten gevulde, lichtgevende ruimtes te zien en kan het kuiken in beweging worden waargenomen .
Zorg voor een felle lamp en houd het ei ervoor. Je kijkt dan door de eischaal heen. Onbevrucht: je ziet niets. Bevrucht: je ziet een zwart vlekje in het midden van het ei.
Door met een schouwlamp in de eieren te schijnen kun je zien of er zich wat in het ei ontwikkelt. De ontwikkeling van het kuiken begint met een puntje die zichtbaar wordt, later komen hier bloedvaten bij. Eieren die niet bevrucht zijn haal je uit de broedmachine.
Als er een kuiken in het ei zit, zal de boer een web van bloedvaten en aderen zien vanuit een kleine witte vlek genaamd het kiemvlekje. Dit is waar het kippenembryo zich bevindt. Iedere dag kijken hoeft niet, want in de eerste paar dagen is het eitje niet goed ontwikkeld.
Ten eerste kunt u een eierschouwer gebruiken om te controleren op tekenen van leven in het embryo . Een eierschouwer is een klein handzaam apparaat dat een fel licht door de eierschaal schijnt, waardoor u de binnenkant van het ei kunt zien. Als het embryo nog leeft, zou u bloedvaten en beweging in het ei moeten kunnen zien.
Er is geen test voor de kwaliteit van een eicel. De enige manier om te weten of een eicel chromosomaal normaal is, is door te proberen het te bevruchten en, als de bevruchting succesvol is, een genetische test op het embryo uit te voeren .
Je ei is waarschijnlijk een "yolker" die ofwel vanaf het begin al een mislukking was of jong stierf. Aan de andere kant, als je ei meer in een hoek drijft, bijna horizontaal, dan kan het kuiken er nog in leven zijn . (Het kuiken leeft zeker nog als het ei uit zichzelf begint te bewegen.)
Schouw een ei om te kijken of er een embryonale ontwikkeling in zit .
Omdat het embryo niet langer levensvatbaar is, zijn de bloedvaten die het ooit ondersteunden, ervan losgetrokken. Een onvruchtbaar ei of dooier ziet er redelijk helder uit, zonder bloedstrepen, ringen of vaten.
Soms komen eieren iets eerde of later uit. Vaak komen kleinere rassen eerder uit het ei. Vaak kun je het kuiken al horen piepen in het ei. Dan weet je dat het niet meer lang zal duren voordat het kuiken het ei kapot pikt.
Als de luchtvochtigheid in de broedmachine niet de juiste waarde heeft zal het kuiken niet uit het ei kunnen komen omdat de luchtkamer te klein is. Afhankelijk van het soort eieren moet er droger of natter worden gebroed. De luchtvochtigheid lees je af met een hygrometer.
Ze zijn vatbaarder voor ziektes en hebben hun lichaamstemperatuur minder goed onder controle dan volwassen kippen. Daarom is het heel belangrijk dat de moeder en haar kuikens in een ruimte zitten waar ze niet uit klimmen. Als een kuiken niet meer bij de moederkip is, kan het diertje sterven aan onderkoeling.
Een boer kan niet meteen zien of een ei bevrucht is, maar pas na vijf dagen nadat een hen (vrouwelijke kip) op een ei heeft gebroed. Een boer ziet dat door er een lamp onder te houden: is het ei donker vanbinnen dan is die bevrucht en is een ei licht vanbinnen, dan niet.
Kuikens van allerlei vogels maken al geluiden voor hun geboorte. Wie wel eens (kippen)eieren in een broedmachine heeft uitgebroed, kent die piepgeluidjes in de eieren. Vanuit het ei onderhoudt het kuiken contact met zijn ouders, broertjes en zusjes.
Bevrucht ei: Een bevrucht ei herken je aan een donker vlekje in het midden van het ei. Dit donkere vlekje zijn de eerste bloedvaatjes. Onbevrucht ei: Als het ei na 5 dagen nog steeds egaal geel is vanbinnen, dan is het ei onbevrucht.
Je kan aan de buitenkant van een ei niet zien of deze bevrucht is. Pas na 4 dagen broeden, kan je zien of een ei bevrucht is. Dit doe je door het ei te schouwen met een schouwlamp. Het is raadzaam om de broedeieren bij vrienden of kennissen te kopen.
Als het ei zinkt, is het een mislukking (het zou nooit uitkomen en is vroeg gestorven of nooit bevrucht). Als het drijft, heeft het ei de juiste luchtzak om uit te komen en is het ver in de broedmachine gegaan. Als het beweegt zoals in dit filmpje, leeft het kuiken en is de kans groot dat het uitkomt.
De eieren schouwen
Wanneer de kip van het nest is kan je de eitjes even schouwen als je wilt, om te zien of er kuikentjes in zitten. De eerste keer schouwen kan vanaf ongeveer 5-7 dagen. Dan zie je al of er leven in het eitje zit. Doe dit het beste 's avonds of in een donkere ruimte om goed te kunnen zien.
Als het ei naar beneden zakt en op zijn zijkant gaat liggen, is het nog vers en helemaal oké om op te smullen. Zinkt het ei, maar staat het rechtop, dan kun je het nog best zonder problemen opeten, al moet je dat wel zo snel mogelijk doen. Blijft het ei drijven, dan moet je het weggooien.
Vruchtbaarheid wordt bepaald op basis van de kleur, vorm en ondoorzichtigheid van de inhoud . Wanneer er geen adering aanwezig is en het eitje van binnen erg helder is, noemen we dit een "helder" eitje, wat betekent dat het onbevrucht is of anderszins niet levensvatbaar.
Je ziet aderen door het ei lopen en het donkere vlekje, dat wordt het kuikentje. Helaas, dit ei is niet bevrucht en er ontwikkeld geen kuikentje in. Je kan goed door het ei heen kijken en je ziet geen aderen lopen.
Na 20 tot 21 dagen komen de eieren uit! Ze hebben hierbij geen hulp nodig en kunnen dit helemaal zelf. Wacht tot de kuikens zijn opgedroogd voordat ze de broedmachine verlaten. Zet ze daarna in een speciaal hok met voldoende warmte.
Onder invloed van hormonen en gaswisseling in het ei trekken de spieren samen zodat het proces van uitkomen begint. In het ei is een luchtkamer ontstaan. Het kuiken prikt met de eitand eerst het vlies naar die luchtkamer aan. Als dat is gelukt kan het voor het eerst ademen, nog helemaal omgeven door de schaal.