Welke plantafstand voor bessenstruiken Gezien bessenstruiken vrij groot kunnen uitgroeien, moet je ze ver uit elkaar planten. Losstaande struiken zoals kruisbes, aalbes, zwarte bes en blauwe bes plant je op 1.25 tot 1.5 meter afstand van elkaar.
Hoe bessenstruiken planten? Verbeter de grond in het plantgat met compost bij het inplanten. Hou bij kruisbessen, witte en rode bessen een plantafstand van 1 à 1,5 m. Bij zwarte bessen laat je 1,5 à 2 m tussen.
Bessenstruiken plant je best aan in het najaar (oktober-november) of in het voorjaar (maart-april). Plant de struiken niet te dicht op elkaar zodat de vruchten voldoende licht hebben om af te rijpen. Wat plaats tussen de planten maakt het plukken ook een stuk makkelijker.
Globaal zijn er per m² 11 planten nodig. De onderlinge afstand bij lage plantjes ligt tussen de 20 en 25 cm. Middelhoge plantjes worden op een onderlinge afstand van 35 tot 40 cm geplant. Voor grote planten kan een afstand van 50 tot 75 cm gerekend worden.
Plant onder je bessenstruiken bosaardbeien, die houden de grond onkruidvrij en vochtig, en leveren ook nog eens geweldig lekkere aardbeitjes op.
Frambozen en bramen kunnen samen worden geplant omdat ze vergelijkbare groeiomstandigheden hebben en beide tot het geslacht Rubus behoren. Houd echter hun groei in de gaten, want ze kunnen behoorlijk krachtig worden en kunnen concurreren om ruimte.
Blauwe bessen houden van vochtige en zure grond. Om die reden hebben we daar gekozen voor een bodembedekking van takjes coniferen. Zo blijft de grond vochtig, het houdt wat onkruidgroei tegen en de struiken zijn groot genoeg om voeding uit de diepere lagen van de grond te halen.
Planten van gemiddelde grootte moeten minimaal 45 tot 60 centimeter uit elkaar worden gezet (vier tot drie planten per 10 vierkante meter). Grotere planten moeten ongeveer 90 centimeter uit elkaar worden gezet.
Dit betekent het aantal planten per vierkante meter ongeveer in onderlinge plantafstand: 5 planten per m2 = 42 cm uit elkaar. 7 planten per m2 = 37 cm uit elkaar. 9 planten per m2 = 32 cm uit elkaar.
Over het algemeen wordt aanbevolen om een afstand van 60 tot 100 centimeter aan te houden tussen de struiken. Voor hogere hagen kan de afstand iets groter zijn, bijvoorbeeld 80 tot 120 centimeter.
Bij de meeste fruitbomen- en bessenstruiken is geen speciale voeding nodig. Een gewone basisbemesting met organische meststoffen (zoals bijv. gedroogde koemestkorrels) is perfect.
Bessenplanten hebben een natuurlijke groeiplaats op een zonnige bodem nodig met een dikke luchtige humuslaag. Kies een plekje in de zon of halfschaduw. Voor frambozen en bramen hou je de plantstrook minstens 50 cm breed, bij rode bessen 1 meter. Maak de bodem kruidvrij en verwijder oude wortels en plantendelen.
De beste tijd om struiken zoals aalbessen te verplaatsen, is in de herfst, nadat ze hun blaadjes hebben losgelaten. De wortels krijgen zo de kans om te herstellen voor de winter begint, zodat de struik in het voorjaar weer een frisse start kan maken.
Oppervlakkige wortels
Een bessenstruik wortelt heel oppervlakkig en haalt zijn voedingsstoffen en water uit de bovenste laag. Omdat deze bovenste laag in de zomer gemakkelijk kan uitdrogen, kan dit besval tot gevolg hebben. Om dit te voorkomen, moet u een mulchlaag aanbrengen.
Aalbessen worden meestal in rijen geplant. Tussen de afzonderlijke struiken wordt een plantafstand van circa 1 meter berekend. Per struik is ongeveer 1,5 tot 2 vierkante meter te verwachten.
De oogst valt in juli-augustus. Verschillende rassen rijpen wat vroeger of later, en geven wat kleinere of juist grotere bessen, en ook in de smaak zitten kleine verschillen. De meeste blauwe bessenstruiken worden uiteindelijk ongeveer 125 tot 150 centimeter hoog.
Staan plantjes te dicht op elkaar dan kunnen ze ook niet goed groeien. Hou je dus aan de afstanden die op de zakjes van de zaden staan, en knip teveel opgekomen zaailingen weg. Het kan ook zijn dat je plantjes niet genoeg voeding krijgen.
Stap 3: deel je border in in drie of vier lagen
bodembedekkers (tot 15cm) lage planten (tot zo'n 50cm) planten tussen 50-100cm en planten die nog hoger groeien. Een heester of boom erbij is helemaal top, als je daar ruimte voor hebt.
Een buxushaag planten
De beste plek voor een Buxus is volle zon of halfschaduw en losse, voedselrijke grond die wat kalk bevat. Gemiddeld heeft u 7 struikjes van 15/30 cm nodig voor een strekkende meter. Bij grotere planten (40/50 cm) heeft u genoeg aan 3 struikjes voor een strekkende meter.
Houd rekening met een afstand van ongeveer 60 centimeter tussen de planten. Voorzie ook een afstand van ongeveer 80 centimeter tussen de plantenrijen. Dit zorgt voor een betere luchtcirculatie en zorgt ervoor dat je voldoende ruimte hebt om de tomaten te plukken eens ze rijp zijn.
Knoflook kweken
Poot de tenen zo'n 3 tot 5 cm diep, op een afstand van 10-12 cm van elkaar en 25 cm tussen de rijen. Vanaf eind februari beginnen de uitgelopen jonge planten weer te groeien. De oogst valt rond juli/augustus.
Haal de plant met kluit uit je pot en schudt de kluit zoveel mogelijk uit (boven een groot stuk doek of plastic of buiten). Peuter zoveel mogelijk oude aarde tussen de wortels vandaan. Zet daarna je plant met verse potgrond weer terug in de aarde. Geef daarna lekker water.
Goed verzorgd, kunnen de struiken 12 a 16 jaren leven en goede vruchten opleveren. Men kan de bessen ook lang aan den struik bewaren en in de maand Augustus, dikwijls nog later, versche plukken, door, tegen dat ze rijp worden, den struik met stroo te overdekken.
Oktober en november zijn goede maanden om een fruitstruik aan te planten. De struik kan wortelen in de nog warme aarde en op die manier goed aanslaan voordat het bovenste deel van de plant in rust gaat.
Aalbessen worden na verloop van tijd onderproductief en worden om de 10 jaar vervangen. De bessenstruiken zijn gemakkelijk te vermeerderen, zelfs voor onervaren tuinders. Stekken worden in de late herfst gesneden en in de winter in het zandbed geworteld.