De kracht van het kookwater Wel, pastawater zit vol restjes zout en zetmeel van de pasta die je erin kookte. Als je dat water toevoegt aan de pan waarin je je pasta afwerkt én waarin zich een vet – olijfolie of boter – bevindt, ontstaat er een emulsificatie (of culinaire magie).
De tweede reden waarom je veel meer water dan pasta moet gebruiken, is omdat je wilt dat het water na de toevoeging van pasta niet te veel afkoelt en snel weer kookt. Als je te weinig water gebruikt, zal je pasta enkele minuten in heet, niet kokend water zitten en wordt daardoor plakkerig.
Bij nadere beschouwing is het kookwater van pasta in feite de beste vriend van een chef-kok, met verrassende verborgen dieptes. Deze zetmeelrijke vloeistof is het magische ingrediënt in veel pastagerechten, van carbonara tot cacio e pepe, en is de geheime lijm die sauzen aan de pasta laat plakken .
Bewaar je pasta in een afgesloten vershoudbakje en zet het binnen 2 uur na koken in de koelkast – zo kan je het nog 2 dagen bewaren. Houd er rekening mee dat pasta de neiging heeft om te plakken, maar een klein scheutje olijfolie kan helpen om dat te voorkomen.
Om te vermijden dat je pastawater overkookt, leg je een houten lepel over de kookpot heen terwijl het water kookt. Ja, zo simpel is het! Hout is namelijk een materiaal dat warmte niet goed geleidt waardoor de bubbels kokend water die het hout raken, barsten.
Als vloeistoffen koken, dwingt de hitte de lucht uit de vloeistof als bubbels. Zuivel en zetmeelrijke voedingsmiddelen zoals pasta kunnen ervoor zorgen dat de bubbels niet meer knappen, waardoor ze zich opstapelen en overlopen .
Wanneer je je pasta na het koken spoelt met water, dan spoel je al het zetmeel eraf! Daarmee hecht de saus juist zo goed aan de pasta. Bij koude pastasalades kan dit wel prima. De pasta te lang mee laten pruttelen in de saus.
De kracht van het kookwater
Wel, pastawater zit vol restjes zout en zetmeel van de pasta die je erin kookte. Als je dat water toevoegt aan de pan waarin je je pasta afwerkt én waarin zich een vet – olijfolie of boter – bevindt, ontstaat er een emulsificatie (of culinaire magie).
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Als het pasta met saus is die je moet bewaren, doe dan de pasta in één bak en de saus in een andere . Dit voorkomt dat de pasta te veel vloeistof opneemt en zompig wordt.
Pasta wordt vaak te lang of te kort gekookt, wat de smaak en structuur niet ten goede komt. Saus hecht zich moeilijker aan te zachte pasta, bij te lang koken verdwijnt het zetmeel aan de buitenkant en wordt het een prutje.
De zetmeel is de 'boosdoener': zodra de pasta in het kokende water komt, zetten de zetmeelkorrels gedurende de eerste twee minuten uit en knappen ze. Het zetmeel verspreidt zich aan de oppervlakte van de pasta en zorgt zo voor de plakkerigheid.
Zelfs als je een pastasalade wilt maken, met afgekoelde pasta, is het beter om de pasta niet af te spoelen met koud water. De enige juiste manier voor Italianen om de pasta af te laten koelen is de pasta samen met een beetje olijfolie in een glazen schaal continu door te roeren.
Zout is namelijk een smaakversterker. Door zout toe te voegen aan het kookwater krijgt de pasta al meer smaak terwijl het kookt. In Italië wordt trouwens altijd zout aan het kookwater toegevoegd. Wel belangrijk om even te onthouden is dat je het zout het beste kunt toevoegen als het water kookt.
Kook er nog eens mee
Misschien moet je zelfs 2 of 3 keer een pan met pasta op het vuur zetten! In plaats van telkens nieuw water te nemen, kan je het kookwater van de eerste lading pasta perfect hergebruiken.
Je kunt extra vocht uit de groenten halen door met een pollepel het vocht eruit te drukken. - Laat de saus langer inkoken. - Voordat je de ovenschotel aansnijdt kun je het gerecht even laten rusten. Dit geeft de saus de tijd om nog wat dikker te worden.
Voldoende water
Per 100 gram pasta ongeveer 1 liter water. Dat heeft verschillende reden. Ten 1e neemt gedroogde pasta behoorlijk wat water op, tot wel 2 keer het eigen gewicht. Ten 2e komt er bij het kookproces zetmeel vrij.
Kookvocht van groenten is herbruikbaar en gezond: de vitaminen die tijdens het koken verloren gaan, worden deels in het vocht opgenomen. Je kan dit kookwater gebruiken in saus of soep, of opnieuw als kookwater voor andere groenten, voor pasta, rijst of aardappelen.
"Italianen bereiden de pasta in kokend water. Dus zo heb ik het ook geleerd." Toch heeft de culinaire journalist ook de andere methode geprobeerd. "Ze zeggen dat deze methode efficiënter is, omdat de pasta al in het water zit en zo kan opwarmen.
Reken 1 liter water per 100 g pasta. Voeg flink wat zout toe zodra het water kookt. Doe vervolgens de pasta in de pan en roer even om te voorkomen dat de pasta aan elkaar plakt. Houd de kooktijd van de verpakking aan, maar proef voor de zekerheid al een minuutje eerder of de pasta goed is.
Tijdens het pasta koken zet je liefst geen deksel op de pot. Door er een deksel op te zetten gaat het water schuimen en zal het over de rand op je vuur lekken. Daarnaast moet je af en toe ook door de pasta roeren en de spirelli's of slierten in beweging houden. Zonder deksel gaat dit een stuk makkelijker.
Gebruik een grote, hoge pan en voeg minimaal 500 ml of maximaal 1 liter water per 100 gram gedroogde pasta toe (afhankelijk van de capaciteit van je pan). Zorg ervoor dat er nog genoeg ruimte is aan de bovenkant, want je wilt niet dat het water gaat borrelen en over de rand stroomt .
Ook het opnieuw opwarmen van rijst- en pastagerecht is volgens verschillende nieuwsbronnen iets wat men beter niet kan doen. Als dit soort gerechten te lang of niet koel genoeg bewaard worden en daarna in de magnetron of pan belanden, kan het zijn dat iemand de bacillus cereus bacterie binnenkrijgt.
Pastadeeg dat je niet laat rusten zal veel te elastisch zijn, laat pastadeeg minstens een halfuurtje rusten na het kneden, zodat de gluten kunnen ontspannen en je een stevig deeg bekomt.