Een 20-jarige patiënt met nierfalen die dialyseert, heeft een resterende levensverwachting die vergelijkbaar is met die van een gezonde 65-jarige (namelijk nog 20 jaar).
Tijdens het ouder worden neemt de nierfunctie geleidelijk af. Dit is een natuurlijk proces, vergelijkbaar met andere lichaamsfuncties. De vermindering van de nierfunctie start rond het 40e levensjaar en is ongeveer 0,4 procent per jaar.
Klachten ontstaan vaak pas als de nierfunctie nog maar 30% is. Mensen met chronische nierschade hebben een verhoogd risico op nierfalen, en op overlijden door hart- en vaatziekten. Van alle inwoners in Nederland, hebben mensen met chronische nierschade zelfs het hoogste risico op hart- en vaatziekten.
Bij een normale nierfunctie is de eGFR (de 'e' staat voor 'estimated') gelijk aan of boven de 90 ml/min. Als de nierfunctie lager is dan 60 ml/min, is de nierfunctie verminderd. Vaak wordt een percentage gebruikt. Bij een eGFR van 60 ml/min werken de nieren nog voor zo'n 60%.
Zwaar en tijdrovend. Jaarlijks overlijdt gemiddeld 1 op de 6 dialysepatiënten. Van de nierpatiënten die starten met dialyse tussen hun 45e en 65e jaar, overlijdt de helft binnen vijf jaar.
De mortaliteit van dialysepatiënten is hoog: de helft van de patiënten die tussen hun 45e en 65e levensjaar start met dialyseren, overlijdt binnen vijf jaar. Van de totale groep dialysepatiënten overlijdt jaarlijks ongeveer 1 op de 6 patiënten.
Wanneer u nog een redelijke nierfunctie heeft (>10% van de normale nierfunctie), kunt u nog jaren leven. Als er nog maar een paar procent nierfunctie over is, ligt dat anders. Dan zal dit waarschijnlijk niet meer dan een paar weken of maanden zijn.
Als u een nierziekte heeft en uw nieren werken voor minder dan 10%, kunt u in aanmerking komen voor nierfunctievervangende therapie. Dit kan een niertransplantatie zijn, maar ook dialyse.
Als de nieren het bloed niet meer goed kunnen zuiveren, stapelen afvalstoffen zich op in het lichaam. U kunt dan last krijgen van bijvoorbeeld misselijkheid, jeuk en een algeheel ziek gevoel. Uit onderzoek blijkt dat meestal het creatininegehalte in het bloed te hoog is en dat er minder creatine in de urine zit.
Wanneer u nog een redelijke nierfunctie heeft, kunt u nog jaren leven. Als de nierfunctie lager is wordt dit anders. Dan zal dit variëren van weken tot maanden. Uw nefroloog of verpleegkundig specialist zal dit met u bespreken en uitleggen welke aspecten hiervan voor u van invloed zijn.
Ze houden het vochtgehalte in je lichaam op peil. Wanneer je teveel vocht in je lichaam hebt (bijvoorbeeld doordat je veel hebt gedronken) zorgen je nieren ervoor dat je dat teveel aan vocht kwijtraakt door meer urine te maken. Je moet dan vaker plassen en je plas ziet lichter van kleur.
Onbewust van eigen nierschade
Mensen gaan pas naar hun arts als ze klachten hebben, maar klachten ontstaan pas als de nieren nog maar voor 30 procent werken. En dan heeft de sterk verminderde nierfunctie vaak een enorme impact op het leven en de levensduur.
Dat is vooral bij spek, worst, bacon, salami, ham en gerookt vlees. Kies liever voor rosbief, fricandeau, kipfilet, kalkoenfilet, filet américain en de vleeswaren waarop staat dat ze geen of minder zout bevatten. U mag ei eten (alle bereidingen), maar voeg geen zout toe.
Gezonde nieren houden van een gezond dieet, maar bovenal van voldoende hydratatie. Eén van de beste manieren om je nieren te ondersteunen, is dus eenvoudigweg door goed voor jezelf te zorgen. Door voldoende te drinken, gezond te eten en regelmatig te bewegen, kun je jouw nieren ondersteunen in hun essentiële functie.
Wanneer je nieren niet goed werken kun je last krijgen van verzuring van je lichaam, een te laag of juist te hoog natriumgehalte in het bloed, bloed en/of eiwit in de urine,een hoge bloeddruk, verlittekening van je nieren, bloedarmoede en botontkalking.
Patiënten van 80 jaar of ouder, die lijden aan verminderde nierfunctie en kiezen voor dialyseren, leven niet altijd langer dan patiënten die niet kiezen voor dialyseren. Behandeling met geneesmiddelen zoals EPO en/of plasmiddelen kan voor bepaalde oudere patiënten ook een goede keuze zijn.
De meeste nierpatiënten overlijden uiteindelijk niet aan nierfalen. Ze overlijden aan andere aandoeningen. Bijvoorbeeld een longontsteking of een hartinfarct. Als u wel overlijdt aan nierfalen, raakt u bewusteloos en uiteindelijk in coma.
Je kunt nierfalen krijgen als je ernstige nierschade hebt. Je kunt niet meer beter worden van nierfalen. Mensen met nierfalen hebben een behandeling nodig die de functie van de nieren overneemt: dialyse of een niertransplantatie.
De nierfunctie, de GFR (glomerular filtration rate), kan geschat worden op basis van de creatininewaarde in het bloed. Dit getal geeft aan hoeveel bloed de nieren per minuut kunnen filteren/zuiveren. Bij een gezonde persoon is dat meer dan 90 milliliter per minuut. Deze waarde neemt af met toenemende leeftijd.
Bij personen ouder dan 70 jaar komt een verminderde nierfunctie vaker voor. Op basis van consensus is gekozen voor een afkappunt van 70 jaar voor het bepalen van de nierfunctie van patiënten bij wie de nierfunctie onbekend is.
Patiënten met nierfalen hebben een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Daarbij spelen enerzijds de bekende risicofactoren een rol, zoals roken, hypertensie, verhoogde bloedspiegels van cholesterol en vetten, overgewicht en suikerziekte.
Als nierpatiënt komt er soms veel op je af. Door lichamelijke klachten en intensieve medische behandeling wordt het vermogen van nierpatiënten om te (blijven) werken ernstig beperkt. Desondanks schiet begeleiding hierin vaak tekort. Sinds 2021 bestaat het BAAN-project in het UMCG.