Geschikte planten voor een boomspiegel zijn bijvoorbeeld vrouwenmantel (Alchemilla mollis), ooievaarsbek (Geranium), schoenlappersplant (Bergenia 'Winterglod') en hartlelie (Hosta lancifolia), maar ook bolgewassen zoals sneeuwklokjes (Galanthus), de boshyacint (Hyacinthoides) en de prairielelie (Camassia).
Fruitboomcombinaties die u moet vermijden
U kunt het volgende beter niet planten: appels of abrikozen samen met walnoten en bramen; nectarines, peren, perziken of pruimen samen met frambozen; en ten slotte groeien bosbessen, kersen, druiven en meloenen niet goed in de buurt van tomaten of aubergines.
Het jaar daarop kun je kruiden onder de fruitboom aanplanten. Plant dan bij voorkeur kruiden die goed groeien op een wat klakrijke grond: want dat is wat een fruitboom het liefste heeft als ondergrond. Bijvoorbeeld oregano, bieslook, marjolijn of tijm zijn goede keuzes.
Er kunnen verschillende planten rond de fruitboom worden geplant die de boom helpen om nog beter te groeien, meer productie te geven en verschillende andere voordelen hebben. Dit wordt companion planting of Guild planting genoemd. Een fruitboomgilde is de bouwsteen van een eetbare bostuin.
Geen boom van hetzelfde geslacht (bijv. Malus) in de buurt. Het is het beste om fruitbomen van hetzelfde geslacht met elkaar te bestuiven — appels met appels, of peren met peren — maar peren kunnen kruisbestuiven met appels, zolang beide bomen tegelijkertijd bloeien . De andere cultivar in de tuin is steriel.
Hoever moeten fruitbomen uit elkaar staan? Voor hoogstam moet 8 tot 10 m afstand tussen de bomen gerespecteerd worden, voor halfstam 4 tot 6 m en voor laagstam 2 tot 4 m. Sommige fruitsoorten zoals kweepeer, pruim en perzik nemen als hoogstam minder plaats in dan appel en peren in hoogstamvorm.
Heb je 2 appelbomen nodig? Antwoord: Nee, u hoeft niet altijd 2 appelbomen te hebben om toch appels te kunnen oogsten. Kies voor een zelfbestuivende appelboom als u maar één appelboom wilt. Zo hoeft u niet 2 appelbomen te hebben die elkaar kruisen.
Een makkelijke fruitboom is bijvoorbeeld een zuilvormige fruitboom, ook wel 'Ballerina-bomen' genoemd, of leifruitbomen die gekweekt zijn op een leirek en makkelijk tegen een muur of schutting kunnen groeien. Hierdoor zijn ze eenvoudiger te onderhouden.
Een appelboom groeit het beste op een zonnige standplaats. Begin met het graven van een plantgat dat ongeveer 50 x 50 x 50 cm groot is (iets groter dan de pot waarin de appelboom is geleverd). Meng wat aanplantgrond in het plantgat, dit geeft de appelboom een goede start.
Kersenbloesems zijn misschien wel de bekendste bloeiende fruitbomen ter wereld en worden vaak geassocieerd met Japan, waar ze een symbool zijn van de lente en gevierd worden tijdens het Hanami-festival. De prachtige roze bloemen van de kersenbloesem zijn een lust voor het oog en de bomen kunnen enorm groot worden.
Verse mest zoals verse paardenmest of kippenmest mag nooit gebruikt worden bij fruitbomen. Hoewel deze meststoffen ideaal kunnen zijn voor een groentetuin zijn deze echt te scherp voor fruitbomen en bessenstruiken en resulteert dit vrijwel zeker in wortelverbranding.
Bessenstruiken en fruitbomen houden trouwens wel van een schepje extra kalium, wat dus ruim in houtas aanwezig is. Houtas is wel heel goed om op zandgrond toe te passen. Ook prima om kalium (kalk) toe te voegen aan het gazon.
Onder de appelboom
Goudsbloemen en Afrikaantjes hebben een gunstige invloed op het bodemleven. Je kunt ook in het najaar narcissenbollen in de grond stoppen. De bollen weren woelratten en geven in het voorjaar veel kleur, als de boom verder nog kaal is.
Appelboom snoeien - verjongingssnoei
Deze zorgt ervoor dat je appelboom ook na tien jaar nog volop in bloei staat. Als je appelboom lange tijd niet wordt gesnoeid, kan het namelijk voorkomen dat de boom om de twee of drie jaar te veel fruit draagt en in de tussenliggende jaren er totaal geen oogst is.
Organisch materiaal zoals stro, hooi, houtsnippers, gemalen schors, zaagsel, bladeren, grasmaaisel en dennennaalden zijn veelvoorkomende mulchmaterialen. Deze moeten worden aangebracht op een diepte van 2 tot 6 inch en de grond rond een plant bedekken tot aan de druppellijn. Zwart plastic wordt vaak gebruikt in de groenteteelt.
Bloemen op dezelfde boom bevruchten elkaar. Je hebt dus niet beslist een tweede boom in de tuin nodig. Maar ze zijn wel gevoelig voor pollen van andere bomen en de oogst wordt beter als je twee exemplaren van dezelfde soort plant. Typische zelfbestuivers zijn: gele pruim, perzik, abrikoos, zure kers, kweepeer.
Fruitbomen kun je planten van november tot eind maart, wanneer ze in rust zijn. De beste periode is november, na het vallen van het blad. Perziken en abrikozen vormen hierop een uitzondering. Deze bomen plant je pas in maart, omdat de jonge bomen vorstgevoelig zijn.
Door de bodem onder jouw fruitboom te bedekken met een dunne laag organisch materiaal of mulch stimuleer je het bodemleven en verbetert de vochtvoorziening. Bovendien is mulch een ideale voedingsbron voor jouw fruitboom en voorkom je competitie met de ondergroei.
Hoever moeten fruitbomen uit elkaar staan? Voor hoogstam moet 8 tot 10 m afstand tussen de bomen gerespecteerd worden, voor halfstam 4 tot 6 m en voor laagstam 2 tot 4 m. Sommige fruitsoorten zoals kweepeer, pruim en perzik nemen als hoogstam minder plaats in dan appel en peren in hoogstamvorm.
Voor de agressievere muntsoorten, probeer ze onder fruitbomen te kweken . In plaats van mulch rond de basis van de bomen te leggen, plant u daar munt. Het zal zich een beetje verspreiden in het gazon en als u maait, zal het naar munt ruiken! Pluk dan gewoon de munt die u nodig hebt om toe te voegen aan smoothies, thee en andere recepten.