Witlof kan best veel vorst verdragen, laat wortels die je nog niet wilt intafelen (om de oogst te spreiden) gewoon in de grond zitten.
Hebben pas bij enkele graden nachtvorst bescherming nodig: wortelen, rode kool, witte kool, witloofwortels, peterselie. Hebben enkel bij erg strenge vorstperiodes bescherming nodig: winterprei, savooikool, spruiten, winterspinazie, pastinaak en schorseneer.
“We versnipperen dus de wortels en weken de snippers vervolgens gedurende enkele uren in meerdere porties warm water. De vaste fractie kan in een droogoven gestabiliseerd worden, om daarna te vermalen tot een geconcentreerde voedingsvezel.
Voor de bewaring van enkele weken, met name bij voorkoeling van vroege wortels, is een temperatuur van 3-4°C mogelijk. - Voor bewaring van begin november tot eind januari wordt een temperatuur van 0°C geadviseerd.
Intafelen met dekgrond
Tussen de wortels wordt weer lichte aarde ingewerkt of ingespoeld, zodat er een goed contact ontstaat tussen wortels en aarde. Het geheel wordt afgedekt met een laag lichte aarde van 10-20 cm dik. Hoe dikker de laag aarde, des te later de kroppen oogstrijp zullen zijn.
Niet iedereen houdt van de bittere smaak van witloof. Je kan deze verzachten door de buitenste blaadjes te verwijderen, een schijfje van de onderkant te snijden en er met een mes een kruisje in te zetten. Een ander middel is een beetje suiker gebruiken bij de bereiding.
Witlof telen met dekgrond, koud
De oogst valt waarschijnlijk pas in het volgende voorjaar (rond april), maar dat hangt af van de temperatuur van de grond. Je kunt de oogst enkele weken vervroegen door wat zwart plastic over de grond te spannen (waardoor de grond in het voorjaar wat sneller opwarmt).
Het afgesneden loof kan gewoon op de composthoop. Ook de wortel zelf kan je nu wat korter maken door er aan de onderzijde (puntzijde) een stuk af te snijden, zo lang er 20cm van de wortel overblijft doe je niets verkeerd. Als je veel witloofwortels hebt dan kuil je ze best op in een “kuil” van ongeveer 25cm diep.
Geef de wortels één keer goed water en verder niet meer; witloof is gevoelig voor schimmels, dus één keer water geven is voldoende. Dek de kuil af met een laag stro of hooi en een zwart, luchtdoorlatend doek. Na drie weken kun je beginnen met oogsten.
Na ongeveer 1-2 weken snijd je het blad van de witlof op circa 3 cm boven de wortelhals af. Maak de pennen klaar voor de trek: het beste kan je hiervoor een kist of emmer (met gaten zodat overtollig water kan wegvloeien) vullen met een laag aarde en zet de wortels rechtop naast elkaar.
De wortels die na de oogst van de witte stronkjes witloof achterblijven, zijn rijk aan suikers, glutenvrije voedingsvezels en bioactieve verbindingen zoals fenolverbindingen en bitterstoffen. Die componenten zijn erg stabiel, ontdekte de onderzoekster.
Plant de wortelen heel kort bijeen in een kuil in de tuin en bedek ze met stro en jutedoek om ze warm te houden. Omdat witloof niet groeit bij vorst, wordt aangeraden om ze in een speciale witlofkist of gewoon in een pot met moestuingrond te planten. Dat is ook veel interessanter als je kleine hoeveelheden wilt kweken.
Ook voor witloof geldt dat de groentelade in de ijskast de beste plek is voor een maximale houdbaarheid. Witloof is erg gevoelig voor licht. Daarvan verkleuren de stronken lichtjes groen. Kies dus een donker plekje als je de stronken buiten de koelkast bewaart.
Welke groentes kunnen wel goed tegen kou? Bieten laat je rustig staan tot je ze nodig hebt. Bij wortels is dat net zo. Bieten en wortels worden zelfs wat zoeter na een nachtje nachtvorst.
Witloof dat groen verkleurt, is blootgesteld aan licht. Witloof wordt immers in het donker geteeld, waardoor de chlorofyl in de blaadjes niet groen kan kleuren. Leg je witloof in het licht, dan kleuren de blaadjes groen en gaat het witloof bitterder smaken. Bewaar witloof daarom altijd in het donker.
Gewone cichorei is extreem koudetolerant , maar de wintertemperatuur moet boven de -35°C worden gehouden. Als de temperatuur onder deze drempel zakt, zijn er in de winter misschien geen merkbare veranderingen, maar in de lente kan er een afname in kieming zijn of zelfs helemaal geen kieming.
Plant de wortelen heel kort bijeen in een kuil in de tuin en bedek ze met stro en jutedoek om ze warm te houden. Omdat witloof niet groeit bij vorst, wordt aangeraden om ze in een speciale witlofkist of gewoon in een pot met moestuingrond te planten.
Bodem en bemesting
Witlof groeit op vrijwel iedere grond, zolang deze maar een luchtige structuur heeft. Om de grond luchtiger te maken kun je de bovenste laag mengen met een laag compost. Daarnaast maak je deze groente blij met meststof met extra kalium.
Witlof groeit het beste in de halfschaduw maar mag eventueel ook wat meer zon hebben. Belangrijk is vooral de afstand en een goed losgemaakte grond.
De wortels worden naast elkaar geplaatst in 'lagen' van ongeveer 25 cm diep en bedekt met 5 tot 20 cm kruimelige aarde. Een buizensysteem met warm water drijft de temperatuur op. Op drie weken tijd komt het witloof tot wasdom. Dan is het tijd voor het arbeidsintensieve oogsten en verwerken van het grondwitloof.
Hoeveel water nodig is, is afhankelijk van verschillende factoren. Voor de productie van 1 kg witloof is minstens 1 liter water nodig, dit is de hoeveelheid water die in het witloof zit. Uitgedrukt per ha komt dit overeen met 12.000 tot 20.000 l/ha. Tijdens de forcerie is er water nodig voor de groei van het witloof.
Druk de grond tijdens het plaatsen van de wortels aan, en geef tijdens het intafelen regelmatig water zodat de grond tussen de wortels spoelt en er geen gaten overblijven. Kweek je buiten? Dan kan je boven de wortels ook een paar centimeter stro en daarboven een jute zak leggen zodat het stro blijft liggen.
Rucola, veldsla en winterpostelein moeten niet afgedekt worden en kunnen goed vorst verdragen. Spinazie kan overwinteren mits afdekking bij strenge vorst en sneeuw. De meeste kolen kunnen tegen vorst; denk aan witte en rode kool, spruitkool, broccoli, boerenkool. Ook raapjes kunnen er tegen.
Knolselderij kan niet tegen vorst, dus oogst alle knollen vòòr een eventuele vorstperiode. Door het loof meteen van de knol af te knippen, voorkom je dat hij zacht wordt.
Uitdunnen na ongeveer zes weken, houdt één wortel aan per 12-15 cm. Geef tijdens de groei een paar keer kalium. Oogst de wortels in oktober of november vóór de eerste nachtvorst. Rooi de wortels inetappes om de oogst te spreiden.