Regelmatig overgeven. Aanhoudende misselijkheid of vaak een misselijk gevoel hebben. Geelzucht; het geel zien van de huid en/of het oogwit. Een ontkleurde, witgele ontlasting.
Wanneer je last hebt van je lever, kun je een vage, meestal milde pijn voelen in je rechterbuik in het gebied rondom de lever. Ook is het mogelijk dat je last hebt van je spieren.
De lever ligt rechts in je bovenbuik. Te veel alcohol drinken kan ervoor zorgen dat je pijn in de leverstreek krijgt. Je lever heeft zelf geen pijnzenuwen, maar het kapsel rondom je lever wel. Als dat kapsel geprikkeld wordt, bijvoorbeeld door druk op het kapsel of een ontsteking, ervaar je dat als pijn in de lever.
Tot de verschijnselen behoren misselijkheid, braken, buikpijn en vermoeidheid. Specifieke symptomen zijn hepatische encefalopathie (ammoniakstapeling). Dit gaat gepaard met neurologische verschijnselen als apathie, sufheid en verwardheid. De patiënt kan epileptische aanvallen (stuipen) krijgen of in coma raken.
Een overbelaste lever zorgt er bijvoorbeeld voor dat we ons vermoeid voelen en een tekort hebben aan energie. Ook slapeloosheid en hormonale klachten zijn gelinkt aan de lever. Dat geldt ook voor hoofdpijn zoals migraine.
2. Drink voldoende water. Drink voldoende water of andere hydraterende drankjes om giftige stoffen uit je lever te spoelen. Wanneer je vaker water drinkt, blijf je gehydrateerd en vloeien de afvalstoffen makkelijker uit je lichaam.
Jeuk is een belangrijk symptoom van cholestatische lever- en galwegziekten en kan de kwaliteit van leven ernstig verminderen. Cholestatische jeuk heeft vaak een piek in de avond en de vroege nacht, concentreert zich meestal in de handpalmen en voetzolen, maar kan ook gegeneraliseerd vóórkomen.
Een gezonde lever: dit moet je vermijden
In de eerste plaats zijn alcohol, cafeïne, roken, zwarte thee, cola, cacao en chocolade enorm grote energievreters voor je lever. Producten met bewerkte suikers en zoetstoffen, zoals frisdrank, snoepgoed en vruchtensappen ga je ook beter uit de weg.
Na iets meer dan een maand is er 15% minder vetweefsel rondom je lever. Na 3 maanden komt je lever tot rust en zal de leververvetting grotendeels zijn afgenomen. Heb je levercirrose, dan is dat helaas niet omkeerbaar. Na 3 maanden zonder alcohol kan je vruchtbaarheid en je libido toenemen.
In sommige gevallen kan de lever zo groot worden dat de lever drukt op andere organen. Hierdoor kunnen wel klachten ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn buikpijn, een opgezette buik, kortademigheid, misselijkheid en snelle verzadiging na het eten.
Een laag albuminegehalte in het bloed kan een aanwijzing zijn voor een slecht functionerende lever. Een verlaagd albuminegehalte is niet karakteristiek voor een leveraandoening. Het kan ook andere oorzaken hebben, zoals een nieraandoening, een schildklierafwijking of ondervoeding.
Lever psyche
De leverenergie is gevoelig voor (psychische) stress: woede, verdriet, frustratie, boosheid en wrok bezorgen de lever extra werk door de productie (en vervolgens afbraak) van stresshormonen. Het niet uiten of onderdrukken van deze emoties is evenmin goed voor de lever.
Goed nieuws voor de koffieleuten onder ons: koffie blijkt goed voor de lever. Een Amerikaanse studie laat zien dat mensen die veel koffie drinken, minder schadelijke eiwitten in hun lever hebben in vergelijking met de koffieonthouders. Dit geldt voor de koffie met én zonder cafeïne.
Bananen zorgen voor en een soort glucose wat fantastisch werkt voor de lever. Deze glucose gaan virussen, schimmels en bacteriën te lijf, dus echt een bondgenoot voor je lever.
Meestal zijn er jarenlang geen of weinig klachten, waardoor de ziekte toevallig wordt vastgesteld. Bij gevorderde cirrose kunnen veralgemeende jeuk, geelzucht en leververgroting optreden. De jeuk komt voor over heel het lichaam en in eerste instantie alleen 's avonds.
De belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van een hepatocellulair carcinoom zijn: Cirrose (hyperlink naar levercirrose) Virale hepatitis. Omgevingsfactoren.
Oorzaken zijn onder andere virale hepatitis, alcohol en leververvetting en zonder levertransplantatie is de mediane overleving 2 jaar. De prevalentie van ESLD neemt toe, ver boven het aantal mogelijke levertransplantaties en geeft een slechte kwaliteit van leven voor de patiënt, en heeft grote impact op naasten.