Bij een mild natriumtekort heb je meer kans om te vallen door concentratiestoornissen. Daarnaast kunnen er klachten als hoofdpijn, misselijkheid, gevoelloosheid en spierkrampen optreden. Bij langdurig natriumtekort is er meer kans op botontkalking (osteoporose).
Een tekort aan natrium is vooral een probleem voor de hersenen. De klachten zijn daarom meestal neurologisch van aard: slaperigheid, hoofdpijn, verwardheid, vallen, aandachtstekort, moeilijk stappen… De klachten hangen af van de snelheid van het ontstaan en de mate van het natriumtekort.
Minder zout eten verlaagt je bloeddruk. Een vermindering van 4,5 gram zout (1,8 gram natrium per dag), verlaagt de bovendruk met 2 mmHg. Dit positieve effect is ongeveer 2,5 keer groter bij mensen met een verhoogde bloeddruk.
Hoeveel gram zout per dag is te weinig? Het is zeldzaam om te weinig zout binnen te krijgen, omdat de meeste mensen voldoende zout consumeren via hun dagelijkse voeding. Echter, als je minder dan 500 mg natrium per dag binnenkrijgt, zou je mogelijk een tekort kunnen hebben.
Een zoutloos dieet is goed voor de gezondheid van hart en bloedvaten en de hersenen. In Frankrijk consumeren we te veel natrium in vergelijking met de aanbevelingen en als een beetje zout nodig is, is te veel zout gevaarlijk voor het lichaam. Ontdek ook de voordelen van het verminderen van suiker op onze gezondheid.
Bij volwassenen verlaagt het gebruik van LSSS in plaats van gewoon zout in voedsel waarschijnlijk de bloeddruk lichtjes . Volwassenen die LSSS gebruiken in plaats van gewoon zout hebben waarschijnlijk een iets lager risico op niet-fatale hartaandoeningen, zoals een beroerte of een plotselinge verminderde bloedtoevoer naar het hart, en overlijden door hartziekten.
Diëten met weinig natrium kunnen een hoge bloeddruk, chronische nierziekte en de algehele kwaliteit van het dieet verbeteren . Ze kunnen ook het risico op maagkanker verlagen. Te weinig natrium kan echter negatieve gezondheidseffecten hebben en dit type dieet is voor de meeste mensen onnodig.
Daarnaast kunnen er klachten als hoofdpijn, misselijkheid, gevoelloosheid en spierkrampen optreden. Bij langdurig natriumtekort is er meer kans op botontkalking (osteoporose).
Zout. Naast vocht verliest u bij veel dunne ontlasting ook veel zouten via de ontlasting. Om het zoutverlies aan te vullen kan een royaal gebruik van keukenzout (natrium) en zoutrijke producten noodzakelijk zijn. Gebruik zoutrijke producten royaal en goed verspreid over de dag.
Uw lichaam kan het natrium uit voeding niet goed verwerken. Dit kan leiden tot een hoge bloeddruk en het vasthouden van vocht. Hierdoor kan uw hart overbelast raken. Daarom is het nodig dat u minder natrium gaat gebruiken.
Psylliumvezels neemt u 1-2x daags in met weinig water. Hierdoor wordt de ontlasting dikker en het voorkomt een branderig gevoel bij de anus. Clusteren van ontlasting (meerdere keren ontlasting binnen 1,5 tot 2 uur) kan verbeteren als u psylliumvezels aan het einde van de maaltijd inneemt.
Vezels houden vocht vast in uw darm. U krijgt hierdoor meer en zachtere ontlasting en de werking van de darm wordt gestimuleerd. Vezels zitten vooral in volkoren- en roggebrood, aardappelen, volkoren pasta, zilvervliesrijst, peulvruchten (bonen, erwten, linzen), groenten (ook rauwe groenten) en fruit.
Extra drinken in combinatie met meer zout is dan nodig om het tekort aan te vullen. Bij ernstige diarree kan een speciale zoutoplossing (ORS = Oral Rehydration Salt) ervoor zorgen dat de hoeveelheid lichaamsvocht weer op peil komt. Een natriumtekort kan ook het gevolg zijn van medicatiegebruik.
Een vermindering van 4,5 gram zout (1,8 gram natrium per dag), verlaagt de bovendruk met 2 mmHg. Dit positieve effect is ongeveer 2,5 keer groter bij mensen met een verhoogde bloeddruk. Hart- en vaatziekten. Minder zout eten verkleint mogelijk de kans op hart- en vaatziekten.
Zoutverlies (hyponatriëmie)
Hyponatriëmie is een aandoening die optreedt wanneer het natriumgehalte in uw bloed onder het normale bereik van 135–145 mEq/L zakt. In ernstige gevallen kunnen lage natriumgehaltes in het lichaam leiden tot spierkrampen, misselijkheid, braken en duizeligheid. Uiteindelijk kan een gebrek aan zout leiden tot shock, coma en de dood .
Het verminderen van de natriuminname is een van de meest kosteneffectieve manieren om de gezondheid te verbeteren en de last van niet-overdraagbare ziekten te verminderen, omdat het een groot aantal cardiovasculaire gebeurtenissen en sterfgevallen kan voorkomen tegen zeer lage totale programmakosten .
Voedingsmiddelen die geen (voor)bewerking hebben ondergaan, zoals vers fruit en verse groenten, bevatten van nature maar een beperkte hoeveelheid zout. Dit geldt ook voor onbewerkt vlees, gevogelte en vis. Deze producten kunt u goed blijven gebruiken, net zoals brood, melk en melkproducten.
Het lichaam kan niet zonder natrium. Je hebt het onder andere nodig voor een gezonde bloeddruk en vochthuishouding. De normaalwaarde van natrium in je bloed ligt tussen de 135 en 145 mmol/l (millimol per liter). Ligt dit lager, dan heb je al snel last van een natriumtekort.
Dit kan leiden tot hoge bloeddruk en vochtretentie bij nierziekte. Om uw symptomen te verbeteren, moet u uw zoutinname verminderen. NB Gebruik geen zoutvervangers zoals Bio-Salt of LoSalt of producten die deze bevatten, omdat ze niet geschikt zijn als u nierziekte heeft .
Volwassenen zouden volgens de Gezondheidsraad niet meer dan 6 gram zout per dag moeten eten. Ongeveer 80 procent van de Nederlanders eet meer dan dit, gemiddeld 8 gram per dag. Maar hoeveel zout heeft ons lichaam eigenlijk nodig? In Nederland is er geen aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) opgesteld.
Hyponatriëmie komt bij ouderen veel voor en verloopt vaak symptoomloos, maar kan ernstige gevolgen hebben. Risicofactoren zijn hogere leeftijd, ondergewicht en een eerdere episode van hyponatriëmie. De voornaamste symptomen zijn malaise, braken, vermoeidheid of verwardheid; daarnaast ook diarree, polydipsie en oedeem.
Natrium komt van nature nauwelijks in voedingsmiddelen voor, maar het wordt wél heel vaak in de vorm van keukenzout toegevoegd aan voedingsmiddelen om de smaak of structuur te verbeteren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij brood, soepen, sauzen en koekjes.