De onderste plank is het koudste deel van de koelkast. Zorg dat je ze ook goed verpakt of afdekt. Let erop dat de onderste plank uit een stuk bestaat (geen raster).
In de meeste gevallen is het onderin het koudst. Hier bewaar je producten die snel bederven, zoals rauwe vis, vlees of gevogelte. Zorg ervoor dat deze producten goed afgedekt zijn, om kruisbesmetting te voorkomen.
Omdat koude daalt, is het in het bovenste compartiment van de koelkast iets warmer. Hier leg je dus de voedingsmiddelen die het graag koud hebben maar niet Antartica-fris. Leg hier voedsel dat niet gekookt hoeft te worden. Boterhambeleg, snacks en restjes voelen zich hier thuis.
Een ezelsbruggetje is: hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur. Wanneer een koelkast 7 standen heeft, is stand 7 het koudst. Je stelt de thermostaat in op 60 procent van de maximale stand. Bij 7 standen draai je de thermostaat tot 4.
Je bewaart ze beter op een koele, donkere en goed verluchte plaats zoals de kelder of een koele berging. In de koelkast worden vruchtgroenten slap en waterig. Ze verliezen sneller hun smaak en bederven sneller.
De onderste plank is het koudste deel van de koelkast.
Door ze altijd op deze plaats te bewaren, minimaliseer je dat bacteriën tussen verschillende voedingswaren gaan hoppen. Zorg dat je ze ook goed verpakt of afdekt. Let erop dat de onderste plank uit een stuk bestaat (geen raster).
Temperatuur koelkast controleren en instellen
Leg de thermometer in het midden op de onderste plank van je koelkast. Laat de thermometer een halve dag of nacht liggen. Kijk op de thermometer en controleer de temperatuur.
Zone 3 is de groentelade. Daar bewaar je verse, ongesneden groenten en fruit. Exotische fruitsoorten, zoals bananen en avocado's, kun je beter buiten de koelkast bewaren.
In 1 op de 4 koelkasten is het 7°C of warmer. Tien jaar geleden bleek uit onderzoek dat 40% van de mensen de koelkast te warm had staan.
Je koelkast moet rond de 4 graden Celsius koud zijn. Wij adviseren de volgende temperatuurinstellingen te gebruiken: Koelgedeelte: rond de 4 graden Celsius. Vriesgedeelte: rond de -20 graden Celsius.
De ideale koelkast temperatuur is 4ºC, op dat moment blijven de producten langer vers. Pakken melk, yoghurt en vla horen in de deur van de koelkast.
Vlees bewaart het best als je koelkast op 4 °C staat. Het schap onderaan de koelkast, boven de groentelades, is het meest fris. Leg daar je vlees(waren). Plaats nooit rauwe producten boven bereide producten.
Zet vlees, vis en vleeswaren onder in de koelkast
Onder in de koelkast is het kouder dan bovenin. Dit kan wel 2 °C schelen. Daarom kun je zeer bederfelijk voedsel, zoals vlees(waren), vis of kant-en-klaarmaaltijden het beste op de onderste plank bewaren.
Maar er zijn ook veel modellen met een draaiknop met de standen 1 t/m 5. Hierbij is het zo dat de koelkast harder koelt op stand 5 en minder hard koelt op stand 1. Bij een draaiknop is het dus hoe hoger de stand, hoe kouder het wordt.
Bovenin of op de plank onder de bovenste plank kun je beste boter en kaas bewaren. Wanneer je kaas te koud bewaard, kan hij uitdrogen. Niet lekker! Daarom is bovenin de koelkast een veilige plek.
Instellen van de draaiknop
Als vuistregel kun je aanhouden dat je de thermostaat instelt op ongeveer 60% van de maximale stand. Bij 7 standen draai je de knop dus tot 4, een thermostaat met 5 standen zet je op 3. Dit stel je afhankelijk van de buitentemperatuur bij.
Het is natuurlijk handig om te weten hoe lang een koelkast gemiddeld meegaat. Dit verschilt uiteraard voor elke koelkast, basisklasse koelkasten gaan gemiddeld 6 tot 7 jaar mee. Duurdere koelkasten gaan gemiddeld 2 keer zo lang mee en houden het vaak wel 15 jaar vol.
Wat je wel kunt aanhouden is: hoe hoger de stand, hoe meer hij koelt. De beste temperatuur om je etenswaren te bewaren, is 4 °C. Als je je koelkast op een lage temperatuur zet, dan bederven producten minder snel en ook ziekteverwekkers groeien nauwelijks. Veel nieuwere koelkasten hebben een display met de temperatuur.
Het nut van de draaithermostaat. “Hoe hoger de stand, hoe lager de temperatuur” is een veelgehoorde uitleg. Heeft de draaiknop bijvoorbeeld 7 standen, dan wordt de koelkast het koudst wanneer je de thermostaat instelt op stand 7.
Dit is normaal. De achterwand zal tijdens het koelen bevroren raken en de koude afgeven aan de producten, zodat deze gekoeld worden. De achterwand van de koelkast kan ook vochtig zijn, omdat het koelen tijdelijk gestopt is. Dit is nodig om de ijslaag op de achterwand niet te dik te laten worden.
Wanneer er water in de koelkast loopt ligt heeft dit te maken met condens in de koelkast. Zorg ervoor dat je producten niet tegen de achterkant van de koelkast staan en controleer of de waterafvoer verstopt zit. Als dit het geval is kan je de waterafvoer reinigen en kan het water weer weglopen.
Het rooster aan de achterkant van de koelkast is bedoeld voor het afvoeren van warmte tijdens de verschillende fases van het koelproces. Dit rooster heeft dan ook wel de naam warmtewisselaar. De warmtewisselaar kan door warmte-afgifte enigszins lauwwarm gaan aanvoelen, maar zal in principe niet heet worden.
Onderste niveau
In de meeste gevallen is het onderin het koudst. Hier bewaar je producten die snel bederven, zoals rauwe vis, vlees of gevogelte. Zorg ervoor dat deze producten goed afgedekt zijn, om kruisbesmetting te voorkomen.
Je koelkast moet tussen de 3°C en 4°C zijn.
Echter, een niet geïsoleerde of onverwarmde schuur of garage is geen optimale plek: dan is het net alsof je koelkast buiten staat. De meeste koelkasten werken niet meer goed als de omgevingstemperatuur lager is dan 10 graden Celsius. Een koelkast buiten in de winter zal zeker te koud worden.