Vet de binnenpan in: Als je rijst nog steeds plakt, voeg dan een dun laagje boter of olijfolie toe aan de binnenpan van je rijstkoker. Dit zal het kleven van de rijst voorkomen of in ieder geval verminderen.
Plakt jouw rijst na het koken ook altijd aan elkaar? Voeg dan een paar druppels citroensap toe aan je water. Je moet trouwens geen schrik hebben dat je rijst door het sap zuurder zal smaken.
Voor elk koffiekopje rijst gebruik je 1 koffiekopje water (voor droge korrel). Houd je van nattere rijst, dan gebruik je 1½ tot 2x de hoeveelheid water. Draai de pan een beetje rond, zodat er geen rijst aan de wand blijft plakken. Breng de rijst op middelhoog vuur aan de kook.
Sticky rice of plakkerige rijst maken
En voor sushi- of poké bowl rijst voeg je wat eetlepels suiker en rijstazijn toe! Tip: Probeer je rijst van te voren niet te wassen. Je spoelt dan rijstzetmeel van de korrels af en die helpen je rijst juist plakkerig te maken!
Te veel water in de pot maakt de rijst papperig. Te weinig water kan de rijst op de bodem van de pot laten aanbranden of ervoor zorgen dat de rijst ongelijkmatig gaart.
Als bijkomend voordeel kookt goed gespoelde rijst lichter en luchtiger. Het is ook minder waarschijnlijk dat het overkookt en een plakkerige bende achterlaat op je deksel of aanrecht. De kookpot inspuiten met panspray of licht inwrijven met boter kan ook helpen voorkomen dat de rijst blijft plakken.
Het vuur te laag zetten
Je durft het vuur misschien niet te hoog te zetten, wanneer je de andere ingrediënten bakt, maar als het tijd is om de rijst toe te voegen, is hoog vuur een must. Het voorkomt namelijk dat de rijst aan de pan of wok blijft kleven.
Rijst droog koken
Doe de gewassen rijst met vocht (1 ½ hoeveelheid vocht op 1 hoeveelheid rijst) in een smalle pan met dikke bodem. Zet de pan op een hoog vuur, breng al roerende aan de kook. Zet het vuur laag en laat de rijst met een deksel op de pan in 8-10 minuten gaar worden.
Langkorrelige rijst koken heeft wat meer tijd nodig dan andere soorten rijst, en de rijst zal niet snel aan elkaar plakken in het kookproces. Deze rijstsoort is de meest gebruikelijke rijstsoort in Nederland en vele andere westerse landen.
Pandanrijst: is een beetje plakkerige witte rijst (ideaal voor het eten met stokjes), lange korrel met een bloemige smaak. Perfect voor (pittige) Aziatische gerechten. Basmatirijst: een droogkokende witte rijst met nootachtige smaak. Vergelijkbaar met Pandanrijst, maar dunner, langer en droger.
Na het koken is rijst van onder altijd iets vochtiger dan aan de bovenkant. Om te zorgen dat het vocht goed door alle rijst trekt, is het belangrijk dat je de rijst 10 minuten afgedekt laat staan. Maak daarna de rijst los met een vork.
Rijst, quinoa, polenta…
gerechten waarbij veel vocht moet geabsorbeerd worden door droge ingrediënten, kun best onder deksel koken zodat er niet te veel water verdampt. Zet het vuur niet te hoog, zodat het water niet overkookt. Stoofpotjes blijven lekker sappig als je ze onder deksel bereidt.
Door je rijst te spoelen was je niet alleen kleine deeltjes stof van de korrels af, maar verwijder je ook het overgebleven laagje zetmeel. Dat zetmeel zorgt ervoor dat de rijst na het koken aan elkaar plakt. Sommige gerechten vragen daar echter om. Denk maar aan het maken van risotto recepten of sushi.
In principe kun je met elke rijstsoort aan de slag, zo lang het niet 'plakkerig' is zoals risotto- of sushirijst. Nasi kun je het best maken 'droogkokende rijstsoort' zoals zilvervliesrijst, Surinaamse rijst, witte rijst of Basmati.
Door rijst in water te laten weken, begint het zetmeel in de rijstkorrels af te breken en absorberen de korrels water. Dat betekent dat de rijst al gedeeltelijk gehydrateerd is voordat je begint met koken, waardoor er minder tijd nodig is om de rijst volledig gaar te krijgen.
Alleen al door goed de rijst te wassen wordt het resultaat veel beter. Je verwijdert namelijk het zetmeel dat anders voor een kleverig resultaat zorgt in plaats van lekker fluffy rijst.
Pandanrijst is langkorrelige, aromatische rijst die veel wordt gegeten in bijvoorbeeld China, Indonesië, en Thailand.
Kleefrijst (meestal met een ronde korrel) heeft van nature een flinke portie zetmeel. Ze nemen minder water op dan andere rijstsoorten. Dat heeft samen tot gevolg dat de rijst na het koken goed aan elkaar blijft plakken.
Als je de rijst vervolgens kookt en het zetmeel dus verwarmt, verandert het zetmeel in een gelatineachtig laagje. Hierdoor wordt de rijst plakkerig en kan het gaan klonteren.
Sushirijst plakt na het koken aan elkaar en wordt daarom ook wel 'kleefrijst' genoemd.
Doorgaans zit je goed als je één kopje rijst kookt in twee kopjes water. En één kopje per persoon is dan vaak weer precies de hoeveelheid die je nodig hebt voor je maaltijd.
Laat het na het koken en eventueel afgieten 10-15 minuten in de pan staan. Dit geeft een vollere korrel doordat het zetmeel iets afkoelt en uitzet en het laatste restje water opneemt. Roer pas na die 10-15 minuten rust door. Doe je dit eerder, dan wordt je rijst waarschijnlijk plakkerig.
Doe de rijst, het water en het zout in een pan en breng aan de kook. Roer als het water kookt de rijst kort, doe de deksel op de pan en laat op laag vuur in ca. 15 min. of tot al het water is opgenomen.
Geen bouillonblokje, kokosmelk of kruiden bij de hand? Dan kun je ook de rijst lekker maken door 'm eerst even aan te bakken. Gewoon kort bakken in een beetje olie of boter voordat je er water op giet of het in een pan doet. Op die manier geef je een heerlijke, nootachtige smaak aan je rijst.