Zet een boom nooit te diep; de wortels onder de grond is voldoende; ieder gedeelte van de stam dat onder de grond beland gaat rotten, hetgeen uiteindelijk tot het afsterven van de boom kan leiden.
Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het gat minimaal 30 tot 40 cm diep is. Wanneer je je hieraan houdt zal jouw leiboom optimaal kunnen groeien en dit is natuurlijk precies hetgeen dat je wenst.
Wortelgestel Linden hebben een zwaar en diep wortelend, breedspreidend en hartvormig wortelgestel. Het wortelpakket is zeer dicht en afhankelijk van de standplaats zeer diep in de ondergrond verspreid. Daardoor kunnen ze de enorme kronen, met grote bladeren van voldoende vocht voorzien tij- dens een warme zomerdag.
De wortels groeien over het algemeen niet zo diep als vaak verondersteld wordt. Bij een lage grondwatertafel kunnen de wortels tot twee meter diep in de grond doorgroeien. Dieper wordt de bodem te koud en te zuurstofarm om wortelgroei toe te laten. In de meeste gevallen gaan bomen zelfs niet eens zo diep wortelen.
Plaats de boom op de juiste diepte: Zet de leiboom in het plantgat op dezelfde diepte als hij in de kwekerij stond. Dit is te herkennen aan de verkleuring op de stam. Te diep planten kan leiden tot rotting, terwijl te ondiep planten de wortels kan blootstellen aan uitdroging.
Het aanplanten
Zorg ervoor dat de planten zo diep zitten als ze op de kwekerij zaten: wanneer planten te diep geplant worden, krijgen de wortels onvoldoende zuurstof. Bij blotewortelplanten en -bomen kan je de planten nog heel lichtjes even optrekken, zodat de grond zich goed kan verspreiden tussen de fijne worteltjes.
Sommige leibomen zijn namelijk beter bestand tegen de wind dan andere leibomen. De wind kan namelijk zorgen voor schade aan de boom of slijtage aan het blad. Het meest bestand tegen wind zijn de olijfwilg en de steeneik. Beide leibomen zijn ook bestand tegen zeewind.
Zaai de afzonderlijke zaadjes op ongeveer 0.5 cm diep en ongeveer op 4-5 cm van elkaar zodat ze voldoende ruimte hebben om te groeien. Als je iets te dicht op elkaar hebt gezaaid, moet je later de dunne worteltjes weghalen, zodat de planten per wortel alsnog 3 cm ruimte hebben.
Over het algemeen kunnen de meeste boomwortels overal van twee tot zes voet diep groeien. Er zijn echter enkele boomwortels waarvan bekend is dat ze veel dieper groeien. De diepste boomwortel ter wereld werd gevonden in Zuid-Afrika, en bereikte een diepte van 24 voet!
Snijbiet zaai je van maart tot augustus in de volle grond. Deze planten houden er niet van om verspeend te worden, zaai dus rechtstreeks in rijen op een diepte van circa 1 cm.
Winter- of zomerlinde? Om onderscheid te kunnen maken tussen de winter- en zomerlinde kunt u kijken naar de bladeren. Bij blad met onder wittige haartjes bij de nerf-vertakkingen heeft u te maken met de zomerlinde. Bij blad met onder rossige haartjes gaat het om de winterlinde.
Lindebomen snoeien en verzorgen
Wanneer de takken van de Linde te laag hangen, kun je deze tijdens de wintermaanden, wanneer het niet vriest, wegsnoeien, dit wordt opkronen genoemd. Eventuele takken die de verkeerde kant op groeien of kruisende takken kunnen ook in de winter weggesnoeid worden.
Linden hebben namelijk een breed verspreid wortelgestel tot wel 1,5 keer de kroon. Dat hebben ze nodig om de kronen, met grote bladeren van voldoende vocht te voorzien. Het is dus van het grootste belang dat wortelgestel met rust te laten. Bomen zijn levende verbindingsschakels tussen verleden, heden en toekomst.
De juiste boom op de juiste plaats. Dan zijn beuken in het vlakke Vlaanderland bijna enkel aan te planten op heuvels en hellingen. Liefst met een diepe lemige bodem. Beuk heeft de reputatie ondiep te wortelen.
Ondanks de vorm van een leiboom wordt deze gezien als een hoogstamboom. Hij zou dus op minimaal twee meter van de erfgrens moeten staan. Echter zijn er een paar uitzonderingen op deze regel. Zo mag een leiboom die niet hoger dan de erfafscheiding is wel op 50 cm van de erfafscheiding staan.
Onder ideale bodem- en vochtomstandigheden is gebleken dat wortels tot meer dan 10 meter diep groeien.
Graven: De meest directe manier om een boomstronk te verwijderen is door het uit te graven. Graaf een gat rond de stronk en probeer zo veel mogelijk van de wortels bloot te leggen. Gebruik vervolgens een bijl, een kettingzaag of een wortelfrees om de wortels door te snijden en verwijder de stronk uit de grond.
Als het gazon goed groeit en gezond blijft krijgt het onkruid geen kans om tussen de grassen te groeien. De wortels zorgen voor opname van water en voedingsstoffen uit de bodem en kunnen wel 100 cm diep groeien ook al zou je dat niet verwachten bij een gazon.
De meeste boomwortels bevinden zich in de bovenste 6 tot 24 inch van de grond en beslaan een gebied dat twee tot vier keer zo groot is als de diameter van de boomkroon. Wortels halen water, zuurstof en mineralen uit de grond. Ze groeien niet naar iets toe of in een bepaalde richting.
Wortels hebben ook zuurstof nodig !
In de grond worden lucht en water vastgehouden in kleine zakjes die bodemporiën worden genoemd. Als de grond dicht en verdicht is (zonder bodemporiën), is er niet genoeg zuurstof beschikbaar voor ademhaling. Te veel water in de grond beperkt ook de hoeveelheid zuurstof die de wortels kunnen opnemen.
Wanneer u een haag met blote wortel aan gaat planten, dient u eerst de strook grond waarop de haag komt te staan vrij te maken van onkruid. Daarna graaft u een plantgeul die ongeveer 5 à 10 centimeter dieper is dan u de haagplanten in de grond wilt zetten. Aan de zijkanten van de geul prikt u enkele diepe gaten.
De stam van oudere bomen kan zo'n 18 cm dik worden. De stamdikte wordt gemeten op een hoogte van één meter en gemiddeld zal de omtrek van de stam zo'n 2 centimeter per jaar groeien. Het is dus altijd belangrijk om dit te controleren op het moment dat je leibomen gaat kopen.
Een snel groeiende leilinde of leiplataan plant u op 3-5 meter afstand van elkaar. Wilt u dat de takken naar elkaar toegroeien? Hou dan 3 meter aan voor een snel groeiende leiboom.
Als er niet wordt gesnoeid zal de boom haar natuurlijke vorm weer aannemen. De slanke vorm van een leiboom gaat dan verloren. In principe volstaat het om leibomen eenmaal per jaar te snoeien. U kunt er altijd voor kiezen om dit vaker te doen.