Pluk tot wel 600 gram aardbeien per plant.
Een aardbeiplant heeft gemiddeld drie trossen aardbeien die na elkaar bloeien. De eerste aardbeien van een tros zijn groot en verder in het seizoen worden ze steeds kleiner. Het plukken kan beginnen.
Een aardbeiplant heeft drie taken
Een aardbei is een vaste plant maar ze dragen het beste in de eerste 2-3 jaar. Daarna vervang je ze beter door nieuwe planten. Grofweg heeft een aardbeienplant 3 taken: groeien en volwassen worden.
Verse opgepotte planten
De aardbeienbak van BATO is zeer geschikt voor de teelt van aardbeiplanten. De ronde rand van de bak zorgt voor ondersteuning van de bloemtrossen, waardoor kniktrossen worden voorkomen. De kwekers van Aardbeiplantje.nl adviseren om maximaal 4-5 aardbei planten/powerplants in de bakken te zetten.
Waar de productie per m2 in de vollegrond gemiddeld 2 kg is, is dit in de doorteelt onder glas 12-15 kg/m2 (Vermeulen, 2010). De teelt van aardbeien in kassen is een veel kosteninstensievere teelt dan aardbeien in de grond of in tunnels.
Laat 25 tot 35 cm tussen de planten en 50 tot 60 tussen de rijen, zo krijgen de aardbeien genoeg licht en zon, en kun jij makkelijk plukken.
Bij de bemesting van aardbeien geldt de vuistregel: een derde vóór de bloei, twee derde na de oogst. In augustus (aan het einde van de maand) is de jaarlijkse hoofdbemesting in het aardbeienbed aan de beurt, zodat de planten nog tot in de herfst krachtig groeien en nieuwe bloemuitlopers vormen voor het volgende jaar.
Om de meeste aardbeien te krijgen, ga je best voor een zonnige locatie met goed doorlatende grond. Kies voor gezonde, sterke aardbeiplanten en geef ze voldoende water. Verwijder regelmatig onkruid en gebruik een uitgebalanceerde meststof om een overvloedige oogst van heerlijke aardbeien te garanderen.
Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Aardbeien zaaien doe je het beste eind februari binnen in een zaaitray. In de herfst zijn de plantjes dan groot genoeg om in de tuin uit te planten. De zomer daarna kun je oogsten. De eerste oogst zal vrij klein zijn.
Aardbeien bemesten met een 100% biologische meststof
Dit geldt overigens ook voor klassieke tuincompost : deze bevat meestal te veel keukenzout en kalk en mag daarom niet als natuurlijk alternatief worden gebruikt. Daarentegen zijn speciale organische meststoffen bijzonder geschikt.
Als je aardbeienplanten laat vermeerderen, kunnen ze minder aardbeien produceren. De planten gebruiken dan namelijk hun energie om nieuwe planten te laten groeien, in plaats van om lekkere aardbeien te maken.
Was de aardbeien grondig, snij ze, en voeg een snuifje zout en drie stevige snuifjes suiker toe. Meng goed en laat even staan op kamertemperatuur. De suiker helpt om de aardbeien wat zoeter te maken, en zorgt voor een rode siroop, terwijl het zout alle smaak die wél in de aardbeien zit, naar boven brengt.
De pH voor aardbeienplanten moet, afhankelijk van de grondsoort, tussen 5 en 6 liggen. Op zand- en veengronden in het najaar een kalkmeststof strooien. Als basisbemesting is een gift van gedroogde koemest of oude stalmest in het voorjaar ideaal (let op: geen mest toevoegen bij het planten van de aardbeienplanten).
Aardbeiplanten houden van een zonnig plekje! Half schaduw is ook geen probleem. Voor potten of bakken is half schaduw zelfs aan te raden omdat ze dan minder snel uitdrogen. Aardbeien rijpen ook in de schaduw, alleen duurt het dan wat langer.
Kies voor aardbeien met een hoge opbrengst, of kies voor rassen die juist een langere periode vruchten geven. Deze zogenaamde doordragende aardbeienplanten hebben een lange pluktijd. Het bekendste en ook meteen een van de beste rassen is de 'Ostara'.
Junidragers geven per 10 planten tussen de 1,5 en 3,5 kg per jaar. Doordagers geven per 10 planten tussen de 4,5 en 6,5 kg per jaar. Rassen met extra kleine vruchten, zoals bosaardbeien geven per 10 planten tussen de 0,4 en 1,4 kg per jaar.
Als je houdt van sappige aardbeien, dan moet je je plant veel water geven. Vooral bij weinig regen moet je regelmatiger begieten. Toch mag de grond tussen de gietbeurten een beetje uitdrogen. Bij bijzonder heet zomerweer kunnen de bladeren van je aardbeienplant wat gaan hangen, ook al is de grond nog vochtig.
Wil je de uitlopers toch direct afknippen? Knip ze dan in juni af, zet ze op water of in potjes aarde tot ze wortels hebben gevormd, waarna je ze ook in augustus uitplant. Bemest de planten net na het aanplanten en in het voorjaar met een meststof voor aardbeien.
Voeding voor de Aardbeien plant
Je kunt het beste in het vroege voorjaar de plant bemesten. Gebruik hiervoor natuurlijke meststof, maar geef niet te veel. Geef na het mesten meteen water zodat de mest goed wordt opgenomen.
Op dezelfde manier als de planten elkaar versterken, kunnen ze elkaar ook verzwakken. Aardbeienplanten trekken bijvoorbeeld witte koolvliegjes aan, een vlieg die erg schadelijk is voor koolsoorten. Zet je aardbeien dus nooit naast koolsoorten in de moestuin.
Aardbeienplanten houden namelijk wel van een plens water. De vruchten zelf bestaan tenslotte voor een groot deel uit water dus voor de vorming van mooie grote aardbeien is het nodig om bij droogte regelmatig te gieten. Als de planten te weinig water krijgen, zullen de vruchten logischerwijs kleiner blijven.
Tijdens de teelt adviseren we om te kiezen voor meststoffen met een lager stikstof gehalte, maar met meer Kalium. Dat zorgt voor stevigere vruchten. Ook is het goed mogelijk om goed verteerde stalmest en compost door de bodem te mengen, zo'n 4 weken voor het planten.
De beste meststof voor aardbeien is meestal een 10-10-10 of 12-12-12 uitgebalanceerde meststof . Als u een biologische tuin heeft, kies dan voor volledig natuurlijke meststoffen, waaronder bloedmeel, kelpmeel, sojameel en luzernemeel.
Planten die van veel kalk houden zijn vijgen, druiven en bramen. Maar denk eraan dat blauwe bessen helemaal geen kalk mogen hebben, en aardbeien en frambozen liever ook niet.