Vlees, kip en vis bevatten veel kalium. Eet hiervan niet meer dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid: 100 tot 125 gram per dag. Het is ook mogelijk om digitaal uw kaliuminname bij te houden.
Peulvruchten, zoals witte en bruine bonen, kapucijners en linzen, zijn kaliumrijk. Als u ze eet, neem er dan liever geen aardappelen bij maar bijvoorbeeld rijst. Broodbeleg zoals chocoladepasta, hagelslag, pindakaas en appelstroop zijn kaliumrijker dan jam en honing. Wissel ze regelmatig af.
Het kaliumgehalte in fruit is zeer wisselend, kies met name het fruit met een laag kaliumgehalte zoals appel, peer, sinaasappel en blauwe bessen. Bij het roerbakken of stomen van groenten treedt geen kaliumverlies op. In natriumarme producten is het zout (natrium) vaak vervangen door kalium.
Veel kalium: spinazie, postelein, zeewier, koolrabi, spruitjes, broccoli, tuinbonen, paddenstoelen en tomaat. Minder kalium: alle gekookte groenten. Rauwe groenten bevatten meer kalium dan gekookte groente.
Zo kan je kiezen voor bruine rauwe hazelnoten, blanke rauwe hazelnoten en blanke geroosterde hazelnoten. Hazelnoten bevatten per 100 gram 650 mg kalium. Ze zijn uitstekend te consumeren als snack, maar ze kunnen ook eenvoudig door verschillende gerechten worden verwerkt.
Kalium wordt via je voeding opgenomen en als er te veel kalium aanwezig is, kan je lichaam dit uitplassen via de nieren. De nieren scheiden normaal gesproken 85-90 procent van het ingenomen kalium uit via de urine en ongeveer 10 procent gaat verloren via transpiratie en ontlasting.
Een teveel aan kalium komt bijna nooit voor bij gezonde personen. Je kan te veel kalium in het bloed hebben als je nieren niet goed werken of wanneer je bepaalde medicijnen inneemt. Het gebeurt zelden dat je te veel kalium in je lichaam krijgt door te veel kalium in te nemen door eten of drinken.
Kalium heeft een gunstig effect op de bloeddruk, omdat het het bloeddrukverhogende effect van natrium tegenwerkt. Daarnaast spelen natrium en kalium een rol in de geleiding van zenuwprikkels en het samentrekken van spieren. Kalium zit bijvoorbeeld in zuivel, vlees, groente en fruit.
Deze producten bevatten veel kalium:
Groente zoals kousenband, pastinaak, spinazie, spruitjes, tajerblad, venkel en mais. Vers en gedroogd fruit zoals vijgen, dadels, rozijnen, abrikozen en pruimen. Vlees, vis, kip, gevogelte, peulvruchten zoals zwarte bonen of linzen.
Een te hoog kaliumgehalte in je bloed, ook wel hyperkaliëmie genoemd, kan ontstaan als de nieren niet goed werken. Het lukt de nieren dan minder goed om kalium uit te scheiden. Het overschot aan kalium in je bloed kan vervolgens ernstige gevolgen hebben als hartritmestoornissen of zelfs een hartstilstand.
Overmatig gebruik van kalium tabletten of te veel alcohol kan ook zorgen voor een te hoog kalium. Dit laatste gebeurt doordat alcohol zorgt voor spierafbraak. De spier bevat kalium, maar doordat deze beschadigd raakt, komt kalium vrij en belandt in de bloedbaan. Hierdoor ontstaat een te hoog kalium.
In een portie groente van ongeveer 150 gram zit gemiddeld 450 mg kalium. Groenten waar veel kalium in zit zijn in het algemeen groene bladgroentes zoals spinazie en postelein. Verder ook onder andere bleekselderij, koolrabi, spruitjes, tomaat, tuinbonen, venkel en prei.
Neem niet te veel en niet te vaak producten buiten de Schijf van Vijf. Denk aan drop, zoute snacks, vleeswaren, witbrood, frisdrank en alcohol.
Dat is vooral bij spek, worst, bacon, salami, ham en gerookt vlees. Kies liever voor rosbief, fricandeau, kipfilet, kalkoenfilet, filet américain en de vleeswaren waarop staat dat ze geen of minder zout bevatten. U mag ei eten (alle bereidingen), maar voeg geen zout toe.
De normaalwaarde van kalium in het bloed ligt tussen de 3,5 en 5,1 millimol per liter. Via een bloedtest kan achterhaald worden of er sprake is van een tekort of een teveel aan kalium.
Eet kleine porties van kaliumrijk fruit zoals banaan, avocado, kiwi en kersen. Vermijd gedroogd fruit. Deze bevatten enorme hoeveelheden kalium. Ingeblikt fruit bevat minder kalium dan vers fruit, maar giet wel het sap af.
Een kaliumtekort kan ontstaan na hevig braken, ernstige diarree en door het gebruik van plaspillen. Bij een kaliumtekort is het belangrijk alleen kaliumtabletten te gebruiken in overleg met de arts. Een overschot aan kalium kan ontstaan als de nieren niet optimaal functioneren.
Kaas bevat geen kalium. Vlees(waren), kip, gevogelte en vis.
Spierverlamming of spierzwakte, zoals slappe benen of armen. Uw hart klopt anders dan normaal (hartritmestoornis). Uw hart klopt te snel, te langzaam of niet regelmatig. In erge gevallen kunt u een hartstilstand krijgen.
Verschillende medicijnen kunnen de kaliumspiegel verlagen, waaronder acetazolamide, gentamycine, salbutamol, amfotericine B, albuterol, cisplatine, fluconazol, levodopa, laxeermiddelen, thiazidediuretica, tetracyclines, lisdiuretica, corticosteroïden, methylxanthines, carbenicilline, fenothiazines en salicylaten.
Een teveel aan kalium herken je aan de volgende symptomen: Spierzwakte. Hartritmestoornis (te zien op een elektrocardiogram, een hartfilmpje) Bij ernstige hyperkaliëmie (meer dan 7,5 mmol/liter) kunnen er gevaarlijke hartritmestoornissen ontstaan die mogelijk tot een hartstilstand kunnen leiden.
Bij een tekort aan kalium kunnen er klachten ontstaan. We spreken dan van hypokaliëmie. Normale waarden bevinden zich tussen 3,5 en 5,1 mmol/liter.