Aspartaam, aangeduid als E-nummer E951, is een kunstmatige zoetstof die vaak gebruikt wordt om suiker te vervangen in een breed scala aan voedingsmiddelen en dranken. Het is ongeveer 200 keer zoeter dan suiker, waardoor slechts een kleine hoeveelheid nodig is om dezelfde zoetheid te bereiken. Deze eigenschap maakt het een populaire keuze voor mensen die hun calorie-inname willen verminderen zonder in te boeten op smaak.
Aspartaam werd in 1965 per toeval ontdekt door de Amerikaanse chemicus James M. Schlatter. Hij werkte voor het farmaceutische bedrijf G.D. Searle & Company aan een project voor maagzweren en ontdekte de zoetheid van de stof toen hij zijn vingers likte. Na deze toevallige ontdekking volgden vele jaren van onderzoek en ontwikkeling voordat aspartaam in 1981 werd goedgekeurd door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) voor gebruik in droge voedingsmiddelen. In 1983 werd deze goedkeuring uitgebreid naar koolzuurhoudende dranken. Tegenwoordig is aspartaam wereldwijd goedgekeurd en wordt het gebruikt in een breed scala aan producten, waaronder frisdranken, kauwgom, desserts, yoghurt, en zelfs in sommige medicijnen en vitamines.
Aspartaam bestaat uit drie componenten: asparaginezuur, fenylalanine en methanol. Deze stoffen komen ook van nature voor in veel voedingsmiddelen. Na consumptie wordt aspartaam in het lichaam afgebroken tot deze drie componenten:
De veiligheid van aspartaam is uitgebreid onderzocht door tal van internationale gezondheidsorganisaties, waaronder de FDA, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Deze organisaties hebben geconcludeerd dat aspartaam veilig is voor consumptie door de meeste mensen, met uitzondering van mensen met PKU. De aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) voor aspartaam is vastgesteld op 40 milligram per kilogram lichaamsgewicht per dag in de Europese Unie en 50 milligram per kilogram lichaamsgewicht per dag in de Verenigde Staten.
Desondanks is aspartaam regelmatig onderwerp van controverse en discussie. Sommige studies en anekdotische rapporten hebben aspartaam in verband gebracht met gezondheidsproblemen zoals hoofdpijn, allergische reacties, stemmingsstoornissen en zelfs kanker. Echter, uitgebreide reviews en meta-analyses van wetenschappelijke studies hebben geen overtuigend bewijs gevonden dat aspartaam schadelijk is bij de niveaus die doorgaans worden geconsumeerd in een regulier dieet.
Aspartaam is een van de meest gebruikte kunstmatige zoetstoffen in de voedingsindustrie vanwege zijn intens zoete smaak en het vermogen om de calorie-inname te verminderen zonder invloed op de bloedglucosespiegel. Dit maakt het bijzonder nuttig voor mensen met diabetes en voor diegenen die hun gewicht willen beheersen. Producten die vaak aspartaam bevatten zijn onder andere suikervrije frisdranken, light zuivelproducten, kauwgom, snoep en diverse dieetvoedingen.
Een belangrijk kenmerk van aspartaam is dat het zijn zoetheid verliest bij hoge temperaturen, waardoor het minder geschikt is voor gebakken producten of andere toepassingen die langdurige verhitting vereisen. In deze situaties worden andere zoetstoffen zoals sucralose of stevia vaker gebruikt.
Regelgeving rondom het gebruik van aspartaam is streng en zorgt ervoor dat consumenten goed geïnformeerd zijn. In veel landen moeten producten die aspartaam bevatten dit duidelijk vermelden op het etiket, vaak met een specifieke waarschuwing voor mensen met PKU. De vastgestelde aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) in de Europese Unie van 40 milligram per kilogram lichaamsgewicht per dag betekent dat een persoon van 70 kilogram tot 2800 milligram aspartaam per dag kan consumeren zonder risico voor de gezondheid. Dit komt overeen met het drinken van ongeveer 14 blikjes light frisdrank per dag.
Door de combinatie van strikte regelgeving en uitgebreid wetenschappelijk onderzoek blijft aspartaam een belangrijke en wijdverbreide zoetstof in de voedingsindustrie, ondanks de voortdurende debatten en zorgen die sommige consumenten en onderzoekers hebben geuit.